Met Geert naar puppyschool
Geplaatst op oktober 4, 2011 | Gearchiveerd onder The Semidaily Kuitenbrouwser | 3 Reacties
Uit goede bron vernam ik dat de leiders van de oppositiefracties dit jaar speciaal bijeen zijn gekomen om voor tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen een gezamenlijke Wilders-taktiek af te spreken. Maar, zo sprak mijn bron cynisch, dat soort afspraken dienen in Den Haag altijd om de anderen te binden, zodat jij zelf de handen vrij hebt. De enige partij die voor die bijeenkomst bedankte, naar verluid, was de SP, maar Emile Roemer was wel de enige die vervolgens deed wat daar werd ‘afgesproken’. En de enige die naast Wilders overeind bleef. Waarom? Omdat hij hem negeerde. Omdat hij vertelde wat hij te vertellen had. Niet over Wilders en diens dime-a-dozen provocaties, maar over het beleid van dit kabinet en de gevolgen ervan voor echte mensen. Roemer behield zijn waardigheid – enfin, detail – én hij bracht een boodschap over.
Het kan zo simpel zijn.
De overigen, Cohen, Pechtold, Sap, lieten zich verleiden tot een wedstrijdje verpissen dat niemand kon winnen, al was het maar omdat het op een gegeven moment zo’n kliederboel werd dat niemand nog zin had een winnaar aan te wijzen.
Wie Wilders eens goed te grazen wil nemen moet een sterke anti-Wilders speech schrijven en afsteken, niet afwachten tot hij zelf het mikpunt is om dan vanuit de dekking geïmproviseerd een beetje te gaan terugvuren.
Waar de ‘oude’ politiek zich in zou moeten bekwamen, als het om Wilders gaat, is de kunst van het negeren. Misschien moeten ze eens naar Cesar Millan, The Dog Whisperer, kijken op Discovery. Dat Wilders Job Cohen een ‘poedel’ noemde is geen toeval: politici zijn roedeldieren, net als honden. Een roedeldier wil aandacht van de baas, dat maakt hem belangrijk. Bij politici wordt die leidersrol gespeeld door de media. Gewenst gedrag trekt de aandacht niet, weet een roedeldier, aandacht trek je met ongewenst, afwijkend gedrag. Wat het baasje ziet als een correctie, is in werkelijkheid een beloning. Gevolg: herhaling. Een goede leider weet dit. Die gedraagt zich ‘kalm en assertief’, zoals Millan het noemt. Die reageert alleen als het echt moet.
Millan over een jengelende herdershond: ‘Jengelen wordt meestal versterkt door het baasje. Want als een hond jengelt, krijgt hij aandacht. Daardoor heeft hij geleerd die reactie te manipuleren.’
Stel je voor: Wilders beklimt het spreekgestoelte. Cohen, Pechtold, Sap, in no time hebben ze een sneer te pakken, maar deze keer gebeurt er he-le-maal niets! De een zit wat te sms-en of bladert door een rapport, de ander trekt zijn manchetten nog eens recht, verwijdert nauwgezet een vlekje op zijn bril of telt voor de zoveelste keer de lampen in het plafond, en weer een ander heeft zijn glazige, beleefd-welwillende blik opgezet, zoals vroeger wanneer de oude Van der Vlies van de SGP aan het woord was, een politicus die enorm gewaardeerd werd om zijn irrelevantie.
‘Het is moeilijk, ik weet het,’ zegt Cesar Millan tegen de eigenaar van een onaangepaste Jack Russel – ‘maar ook al springt hij tegen je op, laat je niet kennen. Als je die energie niet voedt, zal dat gedrag uiteindelijk stoppen.’
Het is simpel: de Kamer moet op puppytraining.
Reacties
3 Reacties to “Met Geert naar puppyschool”
Laat een bericht achter
Het lijkt wel of die fractieleiders van de oppositie geen kinderen hebben opgevoed. Ik heb zelf twee autistische kinderen en al snel geleerd negatieve aandachttrekkerij te negeren. Kinderen die huilen of schreeuwen om iets (gedaan) te krijgen, krijgen geen reactie, zodat ze leren op een positieve manier te communiceren. Die politici zijn dan ook net kleine kinderen…
[…] artikel verscheen naast een advies van Jan Kuitenbrouwer. Lees hier zijn advies aan de Tweede […]
[…] en daarmee geen aandacht te geven aan alle gedoe. Wat je aandacht geeft, groeit is het motto. (Hier de […]