Klep en Vlerk
Geplaatst op maart 31, 2001 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Comments Off on Klep en Vlerk
Dus de hoogleraar sociologie Anton Zijderveld heeft in Buitenhof voorgesteld om parlementariërs en politici die zich schuldig maken aan grof taalgebruik voortaan een ‘gele of rode kaart’ te geven.
Hedenlands belde de professor op.
‘Meent u dat nou, meneer Zijderveld?’
‘Natuurlijk, anders ga ik zo’n traject niet in.’
‘Al veel adhesiebetuigingen gehad?’
‘Ach, desnoods trek ik die kar alleen.’
‘Wat zeggen ze op de faculteit?’
‘Ik ben in elk geval nog niet teruggefloten.’
‘En uw vrouw, staat die achter u?’
‘Ik kan u verzekeren dat de neuzen hier allemaal dezelfde kant op staan. Maar als u mij nu wilt excuseren, ik ben mijn jaargangen Modeltrein Vandaag aan het sorteren.’
Aanleiding tot Zijdervelds oproep waren recente uitlatingen van de politici De Hoop Scheffer en Netelenbos en de oud-diplomaat Van Walsum. De eerste zei dat de tweede ‘haar klep moest houden’, de tweede noemde de eerste daarop ‘een vlerk’ en de derde typeerde het optreden van de regering in een bepaalde kwestie als ‘gewauwel’ en ‘bezopen’.
Bij dat laatste woord, geciteerd in een radiouitzending, sloeg professor Zijderveld de Modeltrein Vandaag met een klap dicht en riep: ‘Zó is het genoeg! Dít gaat te ver! Ik ga nú met Buitenhof bellen! Thea, de telefoonklapper!’
Hedenlands is een liefhebber van het werk van professor Zijderveld, zijn betoog over de Staccato-Cultuur mag gerust baanbrekend worden genoemd, maar hier slaat de geleerde de plank naar onze indruk toch – laten we zeggen -finaal mis.
In plaats van een gele of rode kaart zou Hedenlands deze sprekers juist een pluim op de hoed willen steken. Zo’n fijn rubberen stempel als je vroeger van de juf in je schrift kreeg, van een hardloper die net over een horde springt, en daaronder ‘Ga zo voort!’ – zo’n stempel zou Hedenlands deze sprekers wel op het voorhoofd willen drukken. De juf zag heus wel wat er schortte, maar daar ging het niet om, er werd inzet getoond en vooruitgang geboekt, en wie nog meer inzet en vooruitgang wil zien stelt zich op zo’n moment positief en stimulerend op, dat valt in elk pedagogisch handboek te lezen.
Hoe vaak wordt er niet geklaagd over het matte, zouteloze gemummel dat in ons parlement doorgaat voor politiek debat? Het machteloze splish-splash van schipbreukelingen in hun reddingsbandjes, terwijl mammoettanker Nederland rustig doorvaart? Over het ontbreken van een echte ‘debatcultuur’ in dit land? Over het verfrissende venijn waarmee Britse politici elkaar te lijf gaan (It is my considered opinion that the right honourable gentleman is full of crap. ) in en buiten het parlement? En hoe die stijl ongetwijfeld bijdraagt aan de belangstelling van de Britse kiezer voor het wel en wee in Westminster? En hoe je, als we ter wille van een eerlijker vergelijking naar Duitsland kijken, direct ziet dat het ook in hun parlement heel wat levendiger toegaat dan bij ons? Hedenlands heeft zich in elk geval meer dan eens in die zin uitgesproken, en niet als enige. En wat gebeurt? De eerste schuchtere tekenen van een mogelijke verbetering lijken zich voor te doen en er verschijnt een professor in Buitenhof die oproept tot maatregelen! En om ons direct te laten zien hoe het wel moet kiest hij ter omschrijving van die maatregelen de speelse, fijnzinnige en bovenal zeer originele term ‘gele en rode kaarten’!
‘Meneer Zijderveld, zo wordt het toch nooit wat met die debatcultuur van ons?’
‘Eh… dat lijkt mij wat kort door de bocht.’
Hedenlands ziet ook wel dat klep, vlerk, bezopen en gewauwel geen hoogtepunten van verbale flair vormen, maar het is een begin! En alle begin is moeilijk. Benader het positief!
Dus, meneer de Hoop, als u dit leest, trekt u zich vooral niets aan van die Zijderveld. De minister moet haar klep houden – het is een tikje informeel, iets té misschien, maar voor een beginner? Heel passabel. Misschien zou u de volgende keer kunnen proberen iets, eh, iets spitser te zijn. Iets originéler. Als automobilisten niet onnodig mogen toeteren zou de minister van Verkeer en Waterstaat zelf misschien het goede voorbeeld moeten geven ik noem maar iets. Gewoon een keertje proberen. Bouw het rustig op. Een boeiend spreker wórdt je niet in één dag, zulke dingen kosten tijd. Maar ga zo voort!