Allochtoon (rev.)

Geplaatst op januari 20, 2003 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Comments Off on Allochtoon (rev.)

Als Hedenlands het (voorlopige) dieptepunt in zijn loopbaan zou moeten aanwijzen dan zou dat vermoedelijk in 1996 liggen, toen Heb Ik Iets Verkeerds Gezegd?, enige wenken in incorrect doen en denken verscheen, een boek over de politieke etiquette van dat moment. In dat boek staat bijvoorbeeld in dat de M-norm, het door feministen bepleite gebruik van mannelijke beroepsnamen voor vrouwen, onzinnig is. Toen een omstreden idee, inmiddels gemeengoed. Het voorspelt de opkomst van de milieu-recalcitrantie (dat heet nu ‘huisvuilscheidingsmoedheid’) en het radicale dierenrechtenactivisme, beiden inmiddels uitgekomen.

Het komt tot de conclusie dat het weldenkende adagium ‘integratie met behoud van culturele identiteit’ een goedbedoelde oxymoron is in de trant van ‘mayonaise maken met behoud van ei’. Toen taboe, van het weekend nog verkondigd door Ayaan Hirsi Ali in deze krant en door Afshin Ellian in NRC Handelsblad. Maar dit profetische prachtboek kreeg nauwelijks aandacht en dat dieptepunt waarover ik het had werd bereikt toen NRC Handelsblad het liet bespreken door de cabaretrecensent, waarschijnlijk op grond van de typisch Nederlandse gedachte dat humor en inhoud niet samengaan.

Terwijl Hedenlands er nogal wat research in had gestoken. Bijvoorbeeld naar de vraag waarom we buitenlanders die zich hier vestigen altijd aanduiden met verhullende fantasienamen als rijksgenoot, repatriant, gastarbeider, migrant, etnische minderheid, allochtoon, nieuwkomer en, meest recent, medelander, in plaats van ze eenvoudig te noemen wat ze zijn, namelijk immigrant. Ook dat idee lijkt nu eindelijk tot Den Haag te zijn doorgedrongen, las Hedenlands in de Volkskrant van afgelopen maandag. ‘Begrip allochtoon is aan vervanging toe’, luidt de kop. Jan Schoonenboom van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid wekt in dat stuk de indruk dat hij als een van de opstellers van het WRR-rapport ‘Allochtonenbeleid’ (1989) de uitvinder van het begrip ‘allochtoon’ is. Dit klopt niet, het werd al in 1971 geïntroduceerd door de sociologe Hilda Verwey Jonker. Zoals Hedenlands ook op deze plek nog eens gereleveerd heeft, was zij door het toenmalige ministerie voor minderheden, CRM, gevraagd een advies uit te brengen omtrent het vreemdelingenbeleid, en in haar argeloosheid noemde zij haar rapport ‘Immigranten in Nederland.’ Die term werd op CRM niet zo geschikt geacht want Nederland kende, of liever wí­lde geen immigranten kennen. Op zoek naar een alternatief deed Verwey-Jonker de vondst ‘allochtoon’, een begrip dat wij nu met vreemdelingen associëren, maar dat toen alleen in het woordenboek stond als geologisch jargon voor ‘van elders afkomstige, ondergrondse steenlagen.’ Allochtoon is een klassiek voorbeeld van wat George Orwell in zijn boek 1984 ‘newspeak’ noemde.

Volgens de overal ter wereld gehanteerde definitie is een immigrant iemand die langer dan 1 jaar legaal in aan ander land woont, maar daar deed Nederland dus even niet aan mee. ‘Het is zinvol pas dán van immigranten te spreken als er voldoende aanwijzingen zijn dat het verblijf van personen of groepen van langere duur of permanent zal zijn,’ schreven beleidsmakers op CRM ter rechtvaardiging van dit schimmenspel. Tja, ‘voldoende aanwijzingen’, wat zijn dat? In feite kun je iemand dan pas ‘immigrant’ noemen als hij in zijn graf ligt. In vreemde bodem, welteverstaan.

Hier ligt Yoesoef,
hij wilde nét teruggaan

En nu ‘vergen de ontwikkelingen weer een nieuwe term’, lezen we in de Volkskrant.
‘Immigrant’!
Als oudgediend pleitbezorger van dat begrip zou Hedenlands nu blij moeten zijn, maar het is een wrange overwinning. Want als het ‘de ontwikkelingen’ zijn die nu om ‘immigrant’ vragen, in plaats van de feiten, dan zal de ‘Wetenschappelijke’ Raad voor het Regeringsbeleid volgend jaar, of het jaar daarop, als de ‘ontwikkelingen’ weer anders zijn, wel weer met een nieuwe term komen.
Het schimmenspel gaat door.

Reacties

Reacties zijn gesloten.