Control H
Geplaatst op april 15, 2004 | Gearchiveerd onder Geen categorie | 2 Reacties
Gastarbeiders, rijksgenoten, internationale forensen, migranten, nieuwkomers, medelanders, ‘mensen wier wieg niet in Nederland heeft gestaan’ – niets is ons vocabulaire bespaard gebleven.
In een berucht geworden interview met The Observer deed Kingsley Amis, schrijver van de klassieker Lucky Jim en een van de angry young men van de naoorlogse Britse literatuur, de bekentenis dat hij een grote bewondering had voor Margaret Thatcher. En eigenlijk, biechtte hij in één moeite op, hield hij meer van figuratieve dan van non-figuratieve kunst. Eerlijk gezegd vertrouwde hij Picasso gewoon niet. Voorts, sloot hij af, was het hem opgevallen dat liefhebbers van Thatcher en figuratieve schilderkunst vaak een helder en zorgvuldig taalgebruik hadden, terwijl progressieve mensen die van abstracte kunst hielden zich vaak nogal slordig uitdrukten.
Of zoals J.L. Heldring het stelt in De Taal Op Zichzelf Is Niets (Veen, 1993): ‘Het idealisme leidt vrijwel onvermijdelijk tot onbepaaldheden, het pragmatisme tot concrete omschrijvingen.’
En toch, als er maar voldoende reden is om niet te zeggen waar het werkelijk op staat, kunnen conservatieven er ook wat van. Wat betreft de manier waarop in Nederland ‘immigranten’ worden aangeduid, bijvoorbeeld, kunnen links en rechts elkaar de hand geven: vijftig jaar lang hebben ze gezamenlijk, in wisselende combinaties, om de hete brei gedanst. Beginnend in 1946, toen de Indonesiërs die premier Beel prefereerden boven president Soekarno ‘repatrianten’ genoemd werden (terwijl de meeste nooit eerder in Nederland geweest waren), tot vorige week aan toe, toen een Haagse PvdA-wethouder voorstelde voortaan het woord ‘allochtoon’ niet meer te gebruiken.
Gastarbeiders, rijksgenoten, internationale forensen, migranten, etnische minderheden, nieuwe Nederlanders, nieuwkomers, oudkomers, medelanders, ‘mensen wier wieg niet in Nederland heeft gestaan’ (een schooldirecteur onlangs op de radio) – niets is het Nederlandse vocabulaire de afgelopen decennia bespaard gebleven. En dat alles omdat het na-oorlogse Nederland een e-migratieland wilde zijn, zodat de praktijk, dat er veel meer mensen het land inkwamen dan eruit gingen, zoveel mogelijk aan het oog (en oor!) diende te worden onttrokken. Wat dat betreft is er niet zoveel verschil met de fictieve newspeak uit George Orwells 1984 of de authentieke van Lenin, die woorden als ‘meneer’, ‘mevrouw’, ‘winst’ en ‘bezit’ afschafte.
Want het is niet alleen de inherente vaagheid van een geïdealiseerd wereldbeeld die tot veel politieke gobbledygook leidt, zoals Heldring stelt, het heeft er ook mee te maken dat het woordenboek zich nu eenmaal een stuk gemakkelijker laat retoucheren dan de werkelijkheid. Het verbeteren van de wereld is hard werken, de materie is weerbarstig, zoals Den Uyl zei, en ja, als politicus of activist wil je op een gegeven moment toch iets laten zien. Zo ontstaat de verleiding om, zolang het onrecht waarop de strijd zich richt niet uit de wereld is, het in elk geval maar vast uit het woordenboek te schrappen.
Er is een taalkundige theorie (Sapir-Whorf, 1929, herontdekt in de jaren vijftig) die stelt dat woorden het denken beïnvloeden en je door de taal aan te passen de gedachten van mensen kunt sturen. Lenin was zijn tijd dus vooruit, maar het leger van politiek correcte taalvernieuwers dat sinds de jaren tachtig met het rode potlood over de schouder door ons spraakgebruik patrouilleert, loopt wetenschappelijk gezien achter de feiten aan, want Sapir-Whorf wordt door linguïsten niet meer zo serieus genomen.
Als alleen het woord en niet de bijbehorende gedachten veranderd worden, raakt dat nieuwe woord onvermijdelijk bezoedeld met oude connotaties en kun je op een gegeven moment weer opnieuw beginnen. (De ‘eufemisme-tredmolen’ noemt de filosoof Steven Pinker dit.) Het is precies wat we de afgelopen vijftig jaar in Nederland gezien hebben: zo’n nieuwe term biedt even soelaas, tot iemand er ‘vuile rot!-‘ voor plakt en dan zijn we weer terug bij af.
‘Allochtoon’ was ooit het neutrale, correcte, waardevrije alternatief voor wat niet gezegd mocht worden, of het nu ‘immigrant’, ‘buitenlander’, ‘roetmop’ of ‘geitenneuker’ was. Maar Glimmerveen en Janmaat zeiden ook ‘allochtoon’, en zo raakte de blanke, onschuldige larf langzaam weer ingesponnen in vuile, oude gedachten. De Marokkaan werd een kut-Marokkaan en hoe hard we ook gummen, de schim van dat hatelijk voorvoegsel wissen we nooit meer uit.
Wat die Haagse PvdA-er éigenlijk wil – dat Den Haag geen allochtonen meer kent maar uitsluitende nog Hagenaars – is natuurlijk een mooi streven, maar daar is veel zwaar en ondankbaar werk voor nodig. Met één commando voor de testverwerker en een serie interviewtjes op radio en tv kom je er niet.
Maar links is hardleers, want de taalpoetserij gaat gewoon door.
Na de aanslagen in Madrid kreeg Wouter Bos op televisie de vraag voorgelegd of hij vond dat het Nederlandse leger nu in Irak moet blijven of niet. ‘Mijn beweging is van mening dat…’ zei hij, enzovoorts. Het was geen toeval, overal waar hij anders ‘partij’ zou hebben gezegd, zei hij nu ‘beweging.’ De PvdA is geen partij meer, maar een ‘beweging.’ Zou Wouter Bos wíllen. En dus zegt hij het maar vast. Een nieuwe trui voor de leider en een nieuwe naam voor de partij. De BvdA. Hoewel, arbeid, is dat nog wel modern? Zou ‘inzet’ niet beter zijn? Moet de PvdA niet BvdI gaan heten?
Toen, vorige week, verscheen het integratierapport van Groen Links. Geheel conform de theorie van Steven Pinker gaf Groen Links de eufemisme-tredmolen nog maar eens een zwengel en verving het, kennelijk besmet geachte, woord ‘integratie’ door het prettig progressief klinkende ’emancipatie.’ Even Control-H intikken op de tekstverwerker, ‘alles vervangen’, en klaar is Groen Links. Het gaat niet om de ‘integratie’ van ‘minderheden maar om hun ’emancipatie.’
Trouwens, zou Groen Links daar ook de fundamentalistische, anti-democratische agitatie toe rekenen die in sommige Nederlandse moskeeen plaatsvind en die door de bezoekers ongetwijfeld ook als reuze emanciperend wordt ervaren? Gezien de steunbetoging die voor hem georganiseerd werd zou je zelfs de actie van Murat D. als een daad van emancipatie kunnen opvatten. Wat Abu Jah Jah nastreeft: ook emancipatie.
Of bedoelt Groene Links uiteindelijk niets anders dan ‘integratie’ en dient dit nieuwe label alleen om wat meer op te vallen in het schap van de politieke supermarkt?
Dat is het rake aan Kingsley Amis’ formulering: hij vertrouwde Picasso gewoon niet.
Reacties
2 Reacties to “Control H”
Laat een bericht achter
Beste Jan,
Dit is een vrij uniek stuk. Het woord taalpoetserij wordt maar een keer in Google search gevonden en dat is in jouw betoog. Een eenmalige vermelding in Google is uniek, jammer dat de taalfouten in het artikel dit een beetje de glans ontnemen.
Met vriendelijke groet,
Jos Santos
Dank!
Welke taalfouten?
Kan goed zijn hoor, niet al mijn stukken gaan langs een eindredacteur, en zelf zie je vaak toch dingen over ‘t hoofd.