Pizza Hurt
Geplaatst op mei 26, 2004 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer
De camera is ingezoomd. Het enige dat je ziet is een neus en rechts daarvan een stukje van het oog. Een jonge vrouw, geen twijfel. Alles wijst erop dat ze lacht. Oprecht lacht, zou je haast zeggen, geméénd, te oordelen naar de twinkeling in dat ene bruine oog. De neus is goed gevormd, mooi spits, de vleugels strak horizontaal, de rug licht gebogen, al is het geen wipneus. De huid is schoon, gaaf, goed doorbloed en glanst een beetje. Zij verzorgt zichzelf goed. Het licht komt van een flits, goed gericht en goed gedoseerd – als van een vakfotograaf.
De camera zoomt iets uit. Ja, ze lacht. En wat een lach! Jukbeenderen als appeltjes, lippen gewelfd als muzieksleutels, een prachtige rij helderwitte tanden.
Ze doet een beetje denken aan Doris Day. Girl next door. Die kon ook zo lachen. Zo van: is het niet allemaal helemaal geweldig, wat mij overkomt? Overrompeld, en daardoor des te overrompelender. Een actrice misschien, gefotografeerd bij een première? Haar haar is opgestoken. Toch gewoon een kleuterleidster misschien, temidden van haar kinderen, voor de klassenfoto, de dag voor de vakantie?
Het kan allebei.
Laten we haar Doris noemen.
Hi Doris.
Er wordt verder uitgezoomd. Nu zien we Doris’ hand, verpakt in een chirurgische latex handschoen. Ze steekt haar duim omhoog. Ach natuurlijk. Doris is een verpleegster. We zien hem nog niet, maar naast haar op de foto staat een patiënt. Wedden? Hij is hersteld en wil graag met haar op de foto, deze donkerblonde engel die hem gered heeft.
‘Drie weken geleden zagen we het nog somber in met u hè, meneer Jansen?’ zegt Doris. Meneer Jansen knikt ontroerd, zijn stem weigert.
‘Maar deze kanjer heeft het gered! Hé, meneer Jansen?’
Meneer Jansen opent zijn mond, er komt niets uit.
‘U kan morgen weer naar huis! Ja! Had u ook niet gedacht hè?’
‘Hu-oerpf,’ zegt meneer Jansen. Hij is nog niet bij stem. Hij knijpt in haar hand, zijn ogen vullen zich met tranen.
Opnieuw wordt uitgezoomd en inderdaad, daar is meneer Jansen. Althans, , we zien een klein stukje van zijn neus, met naarnaast nog net een reepje gaasverband. Doris buigt zich naar hem over, zodat ze er allebei goed op komen.
Het lijdt geen twijfel meer: ze is verpleegster of iets dergelijks. Bejaardenverzorgster. Operatiezuster. Een mooi, fris, aantrekkelijk meisje, dat misschien model had kunnen worden, of actrice, maar ze koos voor de verzorging. Mensen helpen, de samenleving dienen.
Misschien is ze gelovig. Ja, dat zal het zijn: ze is godsdiestig opgevoed, protestants waarschijnlijk, en ze heeft geleerd dat je talenten van God komen, en dat je er iets mee moet doen waar de wereld wat aan heeft. Ijdel gedoe in de showbusiness hoort daar niet bij. Vandaar haar keuze voor de zorg. En vandaar haar populariteit bij de patiënten.
Zo’n meisje, met zoveel mogelijkheden.
De camera zoomt nog verder uit. Achter het hoofd van meneer Jansen was al iets zwarts te zien, maar het was onduidelijk wat dit was. Nu blijkt dat meneer Jansen op een stuk zwart plasticfolie ligt. Zijn gezicht is volledig zichtbaar. Er zijn andere wonden, die niet verzorgd werden, zijn gelaat is grauw en zijn mond staat vreemd half open. Zijn borst is bedekt met iets dat lijkt op ijs in een plastic zak.
Doris lacht haar parelende lach en steekt enthousiast haar duim op bij een lijk.
Meneer Jansen is dood, en Doris is daar kennelijk heel blij om.
Een laatste zoombeweging, we zien het hele beeld, dat blijkbaar een kwartslag gedraaid was.
Doris draagt een kaki buitensportbroek, de ijszakjes zijn bedrukt met Arabische lettertekens.
Achterop de foto staat een bijschrift.
Doris heet Sabrina, Sabrina Harman.
Ze is reservist bij de 372e politie-compagnie van het Amerikaanse leger en werkt in de Abu Ghraib gevangenis in Bagdad, waar zij belast is met het breken van het moreel van de arrestanten, zodat zij gaan praten. Doris/Sabrina is ook de vrouw in de foto van die naakte gevangen die zo kunstig in piramidevorm zijn opgestapeld. Het schijnt dat dit Doris/Sabrina’s idee was.
In het normale leven is Doris/Sabrina ‘assistent-manager van een pizza-restaurant in Alexandria, Virginia’, zoals de New York Times berichtte.
Je ziet haar voor je, op zo’n foto in een gouden lijst boven de counter, of in de gang naar de toiletten. ‘Employee Of The Month.’ Misschien wel employee of the year. Dat moet dan 2002 geweest zijn, voor ze naar Irak ging.
Weer die lach.
Ze missen haar daar, bij de Pizza Hut.
Och, ‘t is zo’n fijne meid.
Reacties
Laat een bericht achter