McDocu
Geplaatst op juli 13, 2004 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer
Vorige week donderdag. In zijn functie als tijdelijk voorzitter van de EU ontvangt Jan Peter Balkenende de president van de Oekraïne Leonid Koetsjma. Het NOS-Journaal doet verslag. Vanaf het begin is de toon suggestief: onze premier doet zaken met een kwalijke figuur! (De bewering dat Koetsjma telefonisch opdracht gaf tot de ontvoering van een journalist wordt gepresenteerd als vaststaand feit.) De pointe van het item ligt voor de hand, zó voor de hand dat je denkt: nee, dat zou te banaal zijn, er zíjn grenzen, zelfs voor het Journaal. Maar nee. Daar is hij, de verslaggever, bij de persconferentie, en hij vraagt: ‘Meneer Balkenende, uw ontmoeting met deze politicus, hoe verhoudt die zich eigenlijk tot uw pleidooi voor waarden en normen?’
Goedkoper kan het niet – of het zou gratis moeten zijn.
De volgende dag. Netwerk. Portret van Morgan Spurlock, maker van de film Super Size Me, een verslag van hoe hij dertig dagen uitsluitend McDonalds-voedsel at en in een geestelijk en lichamelijk wrak veranderde. De film trekt volle zalen, Spurlock reist de wereld rond en hoopt, zoals hij een Nederlands gehoor voorhield, dat Europa ‘de fastfoodcultuur nog in de kiem kan smoren’. Dat het daar een beetje laat voor is – McDonalds en andere fastfoodketens zijn hier al zeker twintig jaar actief – weet hij blijkbaar niet. De gemiddelde Amerikaan is een tikje achterlijk en licht hysterisch als het om voedsel gaat, en deze filmer vormt daarop kennelijk geen uitzondering. Vijfduizend McDonald-calorieën per dag neemt hij tot zich, bijna drie keer zoveel als een mens nodig heeft. Is het vreemd dat je je dan onprettig voelt? Hij eet als hij geen honger heeft. In plaats van water, thee of koffie, allemaal verkrijgbaar bij McDonalds, drinkt hij er mega-porties frisdrank bij. Als er gevraagd wordt of hij zijn bestelling wil ‘supersizen’, zegt hij altijd ja. Dat hij op een gegeven moment moet kotsen (na zich tegen heug en meug te hebben volgepropt), wat zegt dat méér dan dat elke menselijke maag zijn grens heeft? Gaat deze film eigenlijk wel over McDonalds, of over stupiditeit? Wie is deze man uberhaupt, hoe waren zijn eetgewoonten vóór die dertig dagen (zijn vriendin is ‘vegan chef’), al die dingen die hij ‘voelt’, hoe weten we of dat niet ingebeeld is, de arts die zijn ‘klachten’ constateert, wie is dat precies? De ene vraag na de andere schiet je te binnen – en Netwerk stelt ze geen van alle. Spurlock kan ongehinderd zijn promo-babbel afsteken en vervolgens wordt de woordvoerder van McDonalds nog even op de bekende flauwe wijze voor aap gezet door vooral z’n versprekingen achter elkaar te monteren.
Het is als bij dat Journaal-item over Balkenende en Koetsjma: zó makkelijk zullen ze zich er niet vanaf maken, denk je nog even hoopvol, en nee hoor, ja dus.
Deze Morgan Spurlock, las ik op de website die onderdeel vormt van de agressieve mediacampagne die Super Size Me begeleidt, maakte eerder I Bet You Will voor MTV, waarin mensen met geldsommen verleid worden extreem gore dingen te doen. Nee, dit is een integere, zorgvuldige documentairemaker, die gewetensvol met zijn onderwerp omspringt en wars is van hype, sensatie en effectbejag, dat blijkt uit alles. Echt een man om te vertrouwen.
Het is de tragiek van Amerika: they never know what hits them. Tegen de tijd dat ze erachter komen dat Big Macs niet uit broccoli worden bereid lopen ze alweer ongemerkt in de tredmolen van de volgende bedrijfstak die ze knollen voor citroenen verkoopt, in dit geval media.
Let op: over twintig jaar zijn Amerikanen net zo hysterisch over informatie als ze nu zijn over eten. Met dank aan fantasten als Morgan Spurlock. En Michael Moore, die ongetwijfeld een groot voorbeeld voor hem is.
Wat Europa in de kiem zou moeten proberen te smoren is niet de opmars van McDonalds, maar van de McDocu. Dankzij oud-wereldse deugden als scepsis, relativeringsvermogen en gezond verstand is junkfood hier een relatief marginaal verschijnsel gebleven, en je mag hopen dat het met de media net zo zal gaan. maar de rommel die rubrieken als het Journaal en Netwerk soms serveren, stemt weinig hoopvol.
In het boekenkatern van The Guardian las ik van het weekend een samenvatting van What the Media Are Doing to Our Politics van de Britse journalist John Lloyd. De media, stelt hij, beginnen een destructief effect te krijgen op de democratie. De pers pretendeert ‘de macht’ te controleren, maar is de laatste jaren zelf ook steeds meer een macht geworden, die aan niemand verantwoording schuldig is. (Als machthebbers hun gedrag laten beoordelen door soortgenoten rept de pers dadelijk van ‘belangenverstrengeling’, zelf benoemen ze eigen redacteuren tot ‘ombudsman’).
Door bestuurders standaard te benaderen als oplichters, door voortdurend te jagen op aanwijzingen die dat vooroordeel bevestigen, door tijdrovend feitenonderzoek in te ruilen voor goedkoop, suggestief commentaar (‘comportage’ noemt Lloyd dat), krijgt de burger niet de informatie die nodig is voor een zinnig beeld van de samenleving.
Ook Lloyd ziet een parralel tussen de voedselindustrie en de media. De moderne journalistiek is een fastfood-cultuur, stelt hij, en zoals in reactie op fastfood een aantal jaren geleden de ‘slow-food’- beweging opkwam, wordt het volgens Lloyd bij de media ook tijd voor een dergelijke ontwikkeling.
Wat de maker van Super Size Me beweert is allemaal waar.
Het slaat alleen niet op zijn onderwerp, maar op hemzelf.
Reacties
Laat een bericht achter