De Kroonprins

Geplaatst op oktober 21, 2004 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

de-kroonprins.jpg
Net als John de Mol, Theo Reitsma, Bram Moszkowicz en Donald Trump ben ik nog jong en in de kracht van mijn leven, en toch lijkt het ook mij verstandig om nu reeds op zoek te gaan naar iemand die mij te zijner tijd zal opvolgen als columnist. Zodra dit bekend raakte werd ik benaderd voor een televisieprogramma, en op dit moment zitten we middenin de opnamen voor De Kroonprins, binnenkort uit te zenden door de RVU.

Het is een afvalrace: we beginnen met tien kandidaten, één van hen zal mij opvolgen als topcolumnist. Ik word gesecondeerd door een oude, kribbige corrector en een pinnige redactiesecretaresse. De kandidaten logeren bij mij thuis, op de zolderverdieping. Toen ze voor het eerst arriveerden vielen hun monden open. Wij hebben een lampje boven de voordeur en een bel die ding-dong zegt. ‘Ooit,’ heb ik tegen de kandidaten gezegd, ‘als je het maar graag genoeg wilt, zullen jullie ook ooit een lampje boven de voordeur hebben en een bel die ding-dong zegt. Of in elk geval ding.’

Toen kwamen de opdrachten. Herinnert u zich het uitlekken van de miljoenennota via RTL-Nieuws? Een van mijn kandidaten, op stage bij Frits Wester. Stilistisch geen toptalent, maar wel een geweldige nieuwsjager. Frits komt vaak bij me thuis en leent af en toe mijn jacht. Daar gaat hij dan mee zeilen, of zoiets.

Het team dat verliest moet zonder eten naar bed, het team dat wint mag mee op een uitje. Laatst heb ik ze de gelegenheid gegeven Theodor Holman te ontmoeten. We hadden geluk, Theodor zat net hartverscheurend te huilen achter zijn PC, een unieke kans voor onze kandidaten om deze topper in actie te zien.
Een andere keer had ik voor ze geregeld dat ze een sjekkie mochten draaien van Henk Hofland. Jammer dat hij niet opendeed. Maar om alleen al voor zijn huis te staan was voor deze jonge mensen een ongelooflijke ervaring. ‘Ooit,’ heb ik tegen ze gezegd, ‘kunnen jullie ook wonen met uitzicht op een tankstation.’

Een belangrijke eis die ik stel is beheersing van de grammatica. Een van de kandidaten schreef: ‘Jan Kuitenbrouwer eigenlijk is enorme een eikel’. Kan niet, wegwezen. Jij gaat niet up to the suite, heb ik gezegd, maar down to the street. Donald Trump zegt dat nu ook, zag ik van de week. Ik zie dat als een compliment.

Samen met de kribbige corrector en de pinnige secretaresse evalueer ik de opdrachten, en dan roep ik ze binnen. Ze mogen wat zeggen, maar niet te veel. Een keer begon iemand over mijn malle haar. Slecht idee. Is uit het zolderraam gevallen. Gevoel voor verhoudingen, erg belangrijk voor een columnist. Een goede columnist gaat tegen de trend in, maar alleen als de anderen dat ook doen. ‘Ja maar meneer K,’ zeggen ze dan (ik laat ze me meneer K. noemen), ‘dat klopt toch niet?’
‘Het is een paradox,’ zeg ik dan. ‘Wen eraan!’

Volgende week heb ik een lunch met de chef binnenland van de Wereldomroep, in de kantine daar. Ik neem ze mee. Ze hebben wel een uitje verdiend. Plus dan kan mijn vrouw ondertussen de zolder stofzuigen.

De Kroonprins, RVU, Nederland 3, eerste uitzending dit najaar.

Reacties

Laat een bericht achter