Verhoudingen (2)

Geplaatst op januari 18, 2005 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

anger2.gif

Kees, die bij de televisie werkt en een trouw Trouw-lezer is,
sprak mij aan over het stukje van vorige week. Het gedrag dat ik beschreef kwam hem bekend voor. Ter herinnering: het ging over een caissière bij Tuschinski die onkundig en onbeleefd optrad en toen dit tot irritatie bij de klant leidde van zich af begon te bijten alsof zí­j onheus bejegend werd. ‘Het zal toch geen Landmark zijn?’ opperde mijn vrouw later, op zoek naar een verklaring. Landmark is een geheimzinnige organisatie die trainingen geeft in ‘persoonlijke groei’ en, inderdaad, dat dit gedrag aangeleerd zou kunnen zijn was ook het eerste dat in mij opkwam. Te meer omdat ik een tijdje geleden getuige was van een vrijwel identieke scène. Ik stond voor de toonbank van een bergsportwinkel, in de rij. Voor mij was een echtpaar. Zij waren gekomen voor een bepaalde aanbieding, waarmee geadverteerd was. Die aanbieding, bleek nu, was een stuk minder gunstig dan gesuggereerd, en al helemaal niet van toepassing op het product waarvoor het echtpaar gekomen was. Tot een uitzondering, uit coulance, was men niet bereid. De man van het echtpaar zei niets, maar aan de manier waarop hij zijn armen over elkaar sloeg en zijn blik vestigde op een punt in de verte, kon je zien dat hij boos was. ‘Wat zie ik nu?’ zei de verkoopster, een vrouw van in de veertig, ‘wordt u boos?’
‘Nee hoor,’ zei de man.
‘Jawel,’ zei de vrouw, ‘ik zie het. U bent boos. Nou, daar houden wij hier helemáál niet van hoor!’
De Tuschinski-caissière kreeg lik op stuk, maar de vrouw van de bergsportwinkel slaagde in haar opzet, bedremmeld verliet het echtpaar de winkel.
De gelijkenis tussen beide incidenten is zo sterk dat je zou denken dat er een protocol gevolgd wordt, iets dat je leert op een cursus, of in therapie.
Kees de trouwe Trouwlezer knikte. ‘Wat mij opvalt,’ zei hij, ‘is dat het altijd vrouwen zijn. Jonge vrouwen in het verkeer vertonen dit gedrag voortdurend.’

Het toeval wilde dat ik net, vijf minuten eerder, op weg naar het omroepgebouw waar ik Kees tegenkwam, iets had meegemaakt dat hem gelijk leek te geven. Ik fietste over een fietspad. Voor mij reden drie meisjes van een jaar of zestien, naast elkaar, zodat je niet kon passeren. Ik belde. Geen reactie. Nog een keer. Geen reactie. Tegen het eind van mijn derde belactie begon een van de drie opzij te gaan. Mijn vinger maakte de belbeweging nog even af. ‘Ja hállo!,’ zei ze, boos omkijkend, ‘ik gá toch opzij!?!’
Eén fietsbelrinkeltje te veel en je kunt de wind van voren krijgen. Passieve agressie wordt niet beëindigd, maar omgezet in actieve.
Kees knikte. ‘Dát dus. Jongens doen dat niet. Ze zullen misschien ook niet meteen opzij gaan, maar als je daar dan iets van zegt, dan begrijpen ze dat.’
Tja. Het Tuschinski-incident: een vrouw. De scène in de bergsportwinkel: een vrouw. Daar op het fietspad: meisjes.
Zou het waar zijn?

Reacties

Laat een bericht achter