Handel in Angst
Geplaatst op maart 1, 2005 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer
Als Geert Mak’s eerdere werk evenveel onzin bevat als het boekje dat hij onlangs publiceerde, dan heeft Nederland de afgelopen tien jaar aardig wat nonsens tot zich genomen.
In Gedoemd Tot Kwetsbaarheid vertelt Mak zijn kleinkinderen wat er dat najaar van 2004 in Nederland gebeurde nadat de filmer Theo van Gogh vermoord werd. Je leest het en denkt: was hij op reis? Heeft hij het van horen zeggen? Of is dit de manier waarop Geert Mak in de loop der jaren met historische bronnen heeft leren werken: uiterst selectief? Het is alsof je naar een door Anton Pieck gemaakte aquarel van het nieuwe ING-kantoor kijkt. De vensters zijn van roodwitte roefjes voorzien en op de betonnen peilers zijn schilderachtige scheuren en butsen aangebracht. De portier draagt een walmende snotneus en kijk, de directeur heeft per ongeluk zijn slaapmuts op laten staan! Bij de ingang stopt een dilligence.
Een paar voorbeelden.
Zo beweert Mak dat Cohen en Aboutaleb die maanden ondanks bedreigingen ‘alomtegenwoordig’ waren. Voor Aboutaleb geldt dat misschien nog enigszins , Cohen was juist opvallend afwezig.
Mak schrijft dat analfabetisme, radicalisme en soortgelijke problemen ‘slechts bij een klein deel van de immigranten’ voorkomt. Ja, hallo, als er griep heerst bericht de pers hoeveel mensen er griep hebben, niet hoeveel mensen er geen griep hebben. Tegenover elke lustmoord staan tien niet gedode mensen, op elke kankerpatiënt lopen er zes gezonde rond, dat is een open deur.
Mak verfoeit het gebruik van de term ‘rituele moord’ voor de aanslag op Van Gogh, ‘alsof in de Koran een recept zou staan voor het afslachten va godsdienstige tegenstanders.’ Nee, dan zou je de term religieuze moord gebruiken. ‘Necklacing’ de beruchte executiemethode van het ANC, staat niet in een heilig boek, toch is het een rituele moord. De manier waarop de KKK in Amerika negers vermoordt is ook een ritueel. De tem ‘ritueel’ heeft niets met godsdienst te maken.
Hij schrijft dat er die weken in discussies nauwelijks aandacht was voor cijfers, bijvoorbeeld van het CBS en de AIVD. Onzin. Algemene immigratiecijfers, aantallen moslims, landen van herkomst, eerste generatie, tweede generatie, de staatjes passeren regelmatig de revue. Al sinds de arrestatie van Samir A. en de doorlichting van de AIVD, maanden voor de moord op Van Gogh, werd veelvuldig gesproken over ‘de groep van 150’.
‘Er werd in die weken na de moord nauwelijks gepraat over het te lage budget van de veiligheidsdiensten, of over de rampzalige samenwerking tussen politiekorpsen en inlichtingendiensten, of over het gigantische gebrek aan goede tolken en vertalers,’ schrijft Mak. Onzin. Daar werd en wordt voortdurend over gesproken. Ze passen misschien niet in Mak’s betoog, maar het zijn eenvoudig verifieerbare feiten.
‘Alles draaide bovenal om de angst. Angst leek het centrale element van het Nederlandse wereldbeeld te worden,’ schrijft Mak. Op klaarlichte dag wordt een kunstenaar vanwege zijn opvattingen de strot afgesneden en per memo wordt de liquidatie van een reeks andere publieke personen aangekondigd – is het vreemd dat een samenleving daar angstig op reageert? Over historische bijziendheid gesproken: een nationale schrikreactie van een paar weken, vooruit, maanden – dat is nog iets anders dan een ‘centraal element van een wereldbeeld.’
Wie is hier nu eigenlijk boven z’n theewater?
Ander citaat: ‘Wetenschappers, onderzoekers, de internationale specialisten op het gebied van de islam en immigratie (…) slechts een enkele keer zag ik ze opduiken.’ Onzin. De islam-kenners, immigratiedeskundigen en terrorisme-experts waren die weken niet aan te slepen! Islamologen werden teruggeroepen van dienstreizen om commentaar te geven. ‘Internationale’ experts zag je misschien wat minder, maar de Nederlandse arabistiek staat sinds Snouck Hurgronje internationaal goed aangeschreven, dus aan deskundigheid ontbreekt het echt niet.
‘In Parijs wemelt het van de Marokkaanse intellectuelen die waarschijnlijk heel verstandige dingen hadden kunnen zeggen, ‘schrijft Mak. ‘Ik heb geen van hen gehoord of gezien.’ Los daarvan, wat is dat toch, die neiging van progressieve intellectuelen om voor de duiding van Nederlandse problemen mensen uit verre landen te raadplegen? Het nieuwe beginselprogramma van de PvdA is deels gebaseerd op wat de Israëlische filosoof Avishai Margalith over de relatie Israel-Palestina heeft geschreven. Alsof die voor ons een les bevat!
Mak voert ook een Servische vriend op, die van mening is dat wij verkeerd bezig zijn. Ja nee, dat hakt erin!
Zou de mensheid er niet meer mee gediend zijn als Israeliers en Serviërs voor de oplossing van hun problemen bij óns hun licht kwamen opsteken, in plaats van andersom?
(Overigens zag ik op een gegeven moment een uitvoerige tv-discussie met een Marokkaanse sociologe uit Parijs, ze was helaas moeilijk te volgen en had weinig te melden)
‘Het buurt- en clubhuiswerk, dat een centrale rol bij de integratie had kunnen spelen, werd begin jaren negentig vakkundig wegbezuinigd,’ schrijft Mak. Onzin. Naailes voor allochtonen, koken voor allochtonen, dansen voor allochtonen, zwemmen voor allochtonen, rijwielreparatie voor allochtonen – tot ver in de jaren negentig kwam het Nederlandse minderhedenbeleid neer op een vorm van welzijnsgestuurde segregatie. ‘Integratie met behoud van eigen cultuur’ luidde de beleidsdoctrine, in de praktijk uitgelegd als ‘integratie door behoud van eigen cultuur.’ De afbraak van het welzijnswerk heeft op tal van terreinen ongetwijfeld zijn tol geëist, maar de beëindiging van dat desastreuze apartheidsregime voor allochtonen is juist eerder een lichtpuntje dan een schadepost.
Mak wil ons met dit boekje voor twee dingen waarschuwen: de hysterisch opgewonden toon die het publieke debat in Nederland aanneemt, mede onder invloed van immer ophef en tumult zoekende media, en de manier waarop met name rechtse politici de door Mohammed B. gezaaide angst aanwakkeren en exploiteren. Beide verschijnselen zijn eerder gesignaleerd (ook hier) en Mak voegt er weinig aan toe, of het moet zijn dat dit volgens hem nu precies de dingen zijn waar het Destijds in Duitsland en Recent Nog in Joegoslavië ‘ook mee begon.’
Hardliners als Verdonk, Wilders, Eerdmans, Ellian en Ephimenco noemt Mak ‘handelaren in angst’, maar wie van Geert Mak voor 5 euro dit boekje koopt, krijgt ook waar voor z’n geld! Over de Jodenvernietiging en de genocide in Servië heb ik Wilders of Verdonk nog niet gehoord, dus wie handelt hier nu eigenlijk in angst?
Of geldt hier wellicht het aloude adagium dat alle middelen geoorloofd zijn, zolang het doel maar deugt? Dat je mensen best bang mag maken, als het maar voor de ‘juiste’ dingen is?
Het is een bekende scène in komische films: er ontstaat paniek, iemand roept ‘Blijf rustig! Blijf rustig!’ en iemand anders krijst met overslaande stem: ‘IK BÉN RUSTIG!!!!!!!’
Van zulke figuren waren er heel wat, in dat gedenkwaardige najaar van 2004, en een van hen heet Geert Mak.
Reacties
Laat een bericht achter