Robo-tiener

Geplaatst op september 12, 2007 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

Drie lezers die reageerden op mijn oproep inzake de Publieke Terechtwijzing anno 2007, schreven dat als zij zelf tot publieke terechtwijzing overgaan, zij daarbij gebruik maken van de voetbal-metafoor. Kortom: zij geven ‘kaarten.’ De meeste van hen noemen overigens alleen de gele kaart, maar dat is begrijpelijk. Dat getuigt van realiteitszin. De rode kaart, voetbalkenners weten dit, staat voor directe verwijdering uit de wedstrijd, en hoe graag wij dit soms in het openbaar domein ook zouden willen doen met een van onze ‘medespelers’, realiseerbaar is dit doorgaans niet. Je zou kunnen zeggen dat Volkert van der G. en Mohammed B. dat met Pim Fortuyn en Theo van Gogh deden, en zoals bekend vond die drastische variant van de publieke terechtwijzing bij het grote publiek weinig waardering.

Mailster Berndien Doorn deelt bij hufterigheid ook rode kaarten uit, schrijft zij, maar hoe ze dit aanpakt vermeldt haar brief niet, dus Berndien, misschien kun je ons op dit punt misschien nader inlichten? Selecteer je je slachtoffers op lichaamslengte? Of ben je zelf misschien reusachtig groot en sterk?
(Berndien meent overigens dat het woord ‘hufterigheid’ een comeback heeft gemaakt vanuit een ver verleden. ‘Ik hoorde mijn ouders dat woord nogal eens gebruiken en die waren van het begin van de vorige eeuw!’ schrijft zij. Een woord kan dus pakweg vijftig jaar ‘slapen’ en dan gewoon weer ‘ontwaken’, kunnen wij hieruit concluderen.)

Website-respondent Jacques Willemen uit Tilburg lijkt bij onwenselijk gedrag in het publieke domein ook rode kaarten te gebruiken. Over het hoe is hij kort: ‘gewoon de knots hanteren.’ Ik wil Jacques’ onverschrokkenheid natuurlijk niet in twijfel trekken maar toch heb ik zo’n vermoeden dat we hier te maken hebben met internet-lef.

Wie in het sociale verkeer een gele kaart uitdeelt geeft blijk van zijn afkeuring, maar zonder de bevoegdheden die daar bij een KNVB-gecertificeerde scheidsrechter aan ten grondslag liggen. Althans, in het profvoetbal waar je de scheidsrechter niet gewoon een muilpeer kunt verkopen als je het er niet mee eens bent, zoals op de amateurvelden wekelijkse praktijk is.

Een ander nadeel van de gekleurde kaart in het sociale verkeer is dat je maar moet raden wat de trekker precies bedoelt. Bij het voetbal gelden duidelijke regels, wie na een zware tackle geel krijgt weet dat dit vanwege die tackle is en niet vanwege afgezakte kousen. Van de lompheden die mensen in het openbaar begaan zijn ze zich vaak nauwelijks bewust. Neem het moderne verschijnsel van de Robotiener, jongeren die geen andere mensen lijken te zien omdat ze alleen oog hebben voor de targets knipperend op het display van hun netvlies, als een androide uit de film. ‘Naar Diederik om te gamen’, ‘Roeitraining, geen boete!’

Meestal is de manische blik in hun ogen genoeg voor omstanders om uit de weg te gaan, maar soms gaat het fout, bijvoorbeeld als Robotiener tevergeefs door een voetganger heen probeert te fietsen. Dan heeft hij geen idéé wat hij fout gedaan heeft, alleen dat er storing is.
‘Je kunt toch niet door iemand héén fietsen!?’
Robo-tiener knippert verdwaasd met de ogen.
‘Eh ja, nee, nee, ja, eh,… ja…, nee…eh…’
Het trekken van een kaart zou in zulke gevallen zelfs gevaarlijk kunnen zijn. Dat zie je ook wel eens in films, dat robots op tilt slaan van onbegrijpelijke informatie.

Reacties

Laat een bericht achter