Kan m’n nichtje van 5 ook

Geplaatst op januari 29, 2008 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer

freud_selfportrait-1984.gif

Mijn favoriete hedendaagse schilder is Lucian Freud. Wie zijn werk niet kent en het ergens tegenkomt, moet er zeker even tijd voor nemen. Freud weet mensen zo te schilderen dat als ik een schilderij van hem zie, ik de neiging heb om erin te stappen en iets aardigs tegen het model te zeggen, of het even over de bol te aaien.
‘Weet je wat, zullen we naar de film gaan? Of waar had je nou laatst zo lekker gegeten? Ik ga wel even bellen, als jij dan ondertussen iets aantrekt?’
(Veel van Freud’s onderwerpen zijn naakt.) Je wilt ze aankleden en mee de stad in nemen, om het allemaal even te vergeten. Wat Edward Hopper doet met mensen in een ruimte, doet Freud met mensen in hun huid.
Freud, Bacon, Hopper, Botero, call me old fashioned, maar dat zijn mijn schilders. Moderne conceptuele kunst zegt me vaak niet zoveel. De kunstwereld mag weglopen met Tracy Emin, maar als ik zo’n boomhut vol geborduurde pannelappen van haar betreed gebeurt er niets. Damien Hirst, op dit moment de grootste ster van de moderne kunst, is iets interessanter, maar wat me tegenstaat is de piramidespel-achtige sfeer om Hirst en zijn werk heen, het manipulatieve, de bluf, wat bij Freud juist zo totaal ontbreekt.
In tegenstelling tot wat een aantal ingezonden-briefschrijvers vorige week en de week daarvoor veronderstelden ben ik dus niet iemand die heilig in modernistische, abstracte kunst gelooft en alles wat figuratief is verkettert. Onzin. Dat was ook helemaal niet de reden dat ik kritiek had op Fleur Jurgen’s tirade tegen ‘de‘ moderne kunst (zie hier) , laat staan dat ik ‘ruzie’ met haar zou hebben, zoals een briefschrijver suggereerde. Maar mevrouw Jurgens zette in haar column zo’n onweerstaanbare karikatuur van zichzelf neer, ik zou haar hebben teleurgesteld als ik daar niet op in ging, vermoed ik. En ze heeft een snaar geraakt, zoveel is duidelijk. Onder HPDT-lezers leeft kennelijk nogal wat weerzin tegen ‘moderne kunst’. Wordt dat ongenoegen door een columnist eens onder woorden gebracht, krijgt ze de wind van voren! Dat zal dan wel een contributiebetalend lid van de ‘progressieve elite’ zijn, een trouwe bezoeker van de ‘linkse kerk’. Tegen die briefschrijvers zou ik willen zeggen: neem een abonnement, dat kan alleen maar meevallen.
En die weerzin tegen de moderne kunst, die is iedereen gegund. Zoals ik al zei: veel ervan is voor mij ook pretentieus gepresenteerde ideeënarmoede. De wereld wil bedrogen worden en net als mooi schilderen of goed schrijven is ook bedriegen een kunst, en sinds er op de internationale kunstmarkt gigantische bedragen te verdienen zijn trekt die branche ook types aan die de zaak virtuoos in de maling nemen. Zie kabouter Buttplug, zal ik maar zeggen. En wellicht ook Damien Hirst, die onlangs zijn laatste werk presenteerde, een met 8601 diamanten bezette doodskop die naar verwachting voor 100 miljoen dollar van eigenaar zal veranderen. Over kabouter Buttplug geproken, dát is nou een kwestie waar je een genadeloze beschouwing over de voosheid van het moderne kunstbedrijf aan kunt ophangen, heel wat beter in elk geval dan aan de foto’s van de totaal onbekende Iraanse fotografe Sooreh Hera, zoals Fleur Jurgens deed, want de rel rond de voortijdig afgebroken expositie van haar foto´s gíng helemaal niet om haar gebrek aan ideeën, of oorspronkelijkheid, die ging om haar vermeende poging het Haags Gemeentemuseum te gebruiken bij het trappen van een rel en het vestigen van haar naam, iets waar Wim van Krimpen zich liever niet voor liet gebruiken.
Iemand die al jaren tegen de terreur van het modernisme en de overwaardering van media-manipulators als Andy Warhol ageert is de schilder en schrijver Diederik Kraaijpoel. De modernisten ploegen vruchteloos voort in het spoor dat Mondriaan, Malevitsj en Duchamp reeds tot het eindpunt exploreerden, stelt Kraaijpoel en hij bepleit hij een herschikking van de moderne kunstgeschiedenis bepleit ten gunste van het figuratieve. Op het achterplat staan quotes van kunst mandarijnen als Rudi Fuchs en Anna Tilroe in de trant van ‘getverdemme!’, en ‘de schmiecht!’, dus Kraaijpoel weet waar hij moet prikken. Het is altijd verfrissend om schrijvers te lezen die geen ontzag hebben voor gevestigde reputaties, maar tegelijk hoort het bij de kunst om alles altijd ter discussie te stellen, ook de definitie van kunst zelf. Wat echt van waarde is kan alleen de tijd leren, al wordt de geschiedenis natuurlijk altijd weer gevolgd door nog meer geschiedenis, en zal de waardering voor kunstenaars en stromingen altijd in beweging blijven. Eén ding staat vast: uiteindelijk gaat het om visie en ideeën. Oók bij figuratieve schilders. Zie Lucian Freud.

Reacties

Laat een bericht achter