Antecedenten
Geplaatst op maart 16, 2008 | Gearchiveerd onder Geen categorie | Reageer
Waren al die onderwijsvernieuwingen een soort kadertraining van de PvdA?
Drie feiten.
Eén: zoals de parlementaire onderzoekscommissie Dijsselbloem onlangs vaststelde heeft de PvdA de afgelopen twintig dertig jaar op het gebied van onderwijsbeleid maar weinig voortgebracht waarvan je kunt zeggen: daar hebben ze de natie een dienst mee bewezen.
Twee: bij al die funeste, door de PvdA aangejaagde onderwijsvernieuwingen werd een belangrijke rol gespeeld door Jacques Tichelaar en Mariette Hamer. Tichelaar was tussen 1989 tot 2002 secretaris en voorzitter van de grootste onderwijsbond, de Aob, die een verbazingwekkend actieve rol blijkt te hebben gespeeld bij het doorduwen van al die fnuikende innovaties, Mariette Hamer is sinds midden jaren tachtig actief in de PvdA, werkte tussen 1985 en 1998 als ‘strategisch beleidsadviseur’ en ‘procesmanager’, in de onderwijswereld en was sindsdien onderwijswoordvoerder van de PvdA-fractie.
Drie: Jacques Tichelaar en Mariette Hamer zijn de nummers één en twee van de huidige PvdA-fractie.
Zou er een verband bestaan tussen deze drie feiten?
Een van de grote raadsels van de onderwijsvernieuwling is dat de stakeholders die veel hadden kunnen tegenhouden, de leerkrachten, zich al die tijd zo weinig geweerd hebben. Als de leerkracht, naast de leerling, hét grote slachtoffer van al dit wanbeleid is geweest, zoals je nu overal hoort en leest, waar waren die de afgelopen twintig jaar dan? Waarom gingen ze niet de straat op om te protesteren tegen de stelselmatige afbraak van hun professionele status en autonomie? In het Rapport Dijsselbloem valt er niet veel over te lezen, maar ‘Het Onderwijs als Laboratorium’, de doctoraalscriptie van de Groninger historicus Wieger Hemmen (www.nrc.nl/redactie/Doc/masterscriptie_hemmer.pdf ), is wat dit betreft heel leerzaam. De Nederlandse leerkrachten werden in die jaren maar zeer gebrekkig vertegenwoordigd, stelt hij vast, vooral omdat de voorzitter van de grootste onderwijsbond, Jacques Tichelaar, gemene zaak maakte met de Haagse vernieuwingsdenkers. ‘Door ‘te praten en een beetje te masseren’ maakte hij van de grootste onderwijsbond de ideale partner van progressieve beleidsmakers’. De medewerking van de lerarenbond was de politiek wel wat waard en in ruil voor een procentje hier en een periodiekje daar kregen de malle Haagse plannen Tichelaars zegen. In plaats van namens zijn getergde achterban de overhaaste invoering van het studiehuis te blokkeren, hing hij er een prijskaartje van 50 miljoen aan, een bedrag dat Paars II graag neertelde voor deze ‘belangrijke innovatie.’ Anderen spraken verbijsterd van chantage. ‘De leraren zijn toe aan een andere manier van lesgeven,’ zei hij, namens een achterban die juist alles behalve vernieuwingsgezind was. Zo werd ‘het leraarsbestaan stilaan van zijn charme beroofd en de vakbonden hebben dat oogluikend toegestaan,’ schrijft Hemmer. De rol die Mariette Hamer bij dit alles speelde is iets minder goed gedocumenteerd maar de buzzwords in haar cv – ‘strategisch beleid’, ‘procesmanager’ (‘onder mijn leiding hebben diverse schaalvergrotingsprocessen en fusies plaatsgevonden’), haar positie als onderwijsspecialist in de PvdA en haar voorzitterschap van didactisch adviesbureau HCO, ‘Voortrekker bij Onderwijsvernieuwing’, laten weinig twijfel dat zij een van die ‘progressieve beleidsmakers’ was waar Tichelaar in dat calamiteuze tijdperk zo goed mee overweg kon.
Als onderwijswoordvoerder van de PvdA heeft Hamer de vernieuwingen dan ook tot het allerlaatst verdedigd, tot de weerstand zo breed gedragen bleek dat volharding niet langer opportuun was. Aanvankelijk was er nog sprake van dat Hamer voorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie zou worden, maar kennelijk werd tijdig ingezien dat dat een weinig geloofwaardig rapport zou opleveren.
Aan de andere kant valt op dat het rapport van haar jonge partijgenoot Dijsselbloem wel erg summier is over de rol van Tichelaar en Hamer, heel wat summierder dan de doctoraalscriptie van Wieger Hemmen in elk geval, die al in 2007 verscheen, maar dat was wellicht deel van de deal. Oké, we schuiven een kritische nieuwkomer naar voren, maar dan wel een béétje consideratie voor ome Jacques en tante Mariette, graag.
Jaques Tichelaar en Mariette Hamer, voor oud-onderwijzers hebben ze het ver geschopt. Een beetje over de ruggen van hun oud-collega’s misschien, maar oké, waar gehakt wordt vallen spaanders, dat is nu eenmaal zo.
Rest de vraag waarom de top van de PvdA-fractie op dit moment gevormd wordt door twee prominente veteranen van dit ongekende debacle. Waren al die onderwijsvernieuwingsprojecten eigenlijk een soort verkapte kadertraining van de Partij van de Arbeid? ZO van: eerst een paar jaar oefenen op het onderwijs en dan het échte werk?
Reacties
Laat een bericht achter