Harry Mulisch (†)
Geplaatst op november 1, 2010 | Gearchiveerd onder The Semidaily Kuitenbrouwser | 3 Reacties
Soms kan één enkele snipper informatie meer gewicht in de schaal leggen dan een dik dossier. Over Harry Mulisch luidde de communis opinio op een gegeven moment, zeker onder schrijvers en journalisten, dat hij zelfingenomen en hooghartig was.
Het is lang geleden, de exacte omstandigheden herinner ik me niet, maar er waren veel schrijvers bijeen en aan één van de tafels was het weer zover. Terwijl de bekende voorbeelden tevoorschijn gehaald, opgewreven en uitgestald werden, kwam Simon Vinkenoog langsgelopen. Hij bleef even staan, maar toen hij hoorde waar het gesprek over ging draaide hij zich geërgerd om en liep weg: ‘Hou toch op! Harry is helemáál niet hooghartig.’
Om een of andere reden wist ik direct dat die ene opmerking wel eens meer waarheid zou kunnen bevatten dan al die bewijsstukken op tafel. Vinkenoog had soms iets van een tragische clown, een man met meer geestdrift dan talent wellicht, iemand waar een grootheid als Mulisch op zou kunnen neerkijken, maar kennelijk deed hij dat niet.
Niet lang daarna, het was begin jaren negentig, gaf uitgeverij Bert Bakker een diner ter ere van Umbert Eco, van wie een nieuw boek verscheen. Harry Mulisch was ook genodigd, hij zetelde direct naast Eco en recht tegenover ze, ik vermoed door een foutje in de tafelschikking, zat ik. Eco ontpopte zich als een onzekere man die voortdurend bezig was zijn eigen ego op spanning te houden. Alsof het lek was en om de zoveel tijd bijgepompt moest worden. ‘In mai housa in Milan I hef faihundred meters offa Roman classics!’ riep hij dan, zomaar ineens, met die hoge, krassende stem van hem.
‘Anda in mai housa in Rimini I gef threehundred meters offa hystory!’
Mulisch begon over zijn eigen bibliotheek, maar toen bleek dat Eco het niet over boeken wilde hebben maar over metrages, zag ik hem denken: ander onderwerp.
Eco keurde mij zo nu en dan een licht bevreemde blik waardig, alsof hij zich afvroeg wie deze student voor zijn neus gezet had, en toen dat een paar keer gebeurd was noemde Mulisch mijn naam en zei: ‘He wrote a wonderful book about…’
‘Yes,’ onderbrak Eco hem. ‘Butta inna my studio in Roma, I gef eighty meters of…’
Toen er een stilte viel probeerde Mulisch het opnieuw. ‘He wrote a wonderful book about…’
‘Yes! The queen of England issa very bigga fan of mine!’
Na drie of vier keer gaf Mulisch het op, wierp Eco tersluiks een verveelde blik toe en schakelde over op Nederlands. Ik vertelde hem iets dat ik die middag op straat had gezien. Zomaar, een scene. Toen ik klaar was riep hij: ‘Dat moet je opschrijven, man!’
Een collegiale opmerking, tegen iemand van wie hij weinig meer wist dan dat hij ook wel eens wat schreef.
Ik denk dat Simon Vinkenoog gelijk had.
Reacties
3 Reacties to “Harry Mulisch (†)”
Laat een bericht achter
Prachtig verhaal!
Het is leeg zonder Mulisch.
.
Ik denk twee jaar geleden was er een ‘lezing’ van Mulish op het Hageveld College in Heemstede. Ik erheen met mijn dochter. Het was geen lezing, hij werd geïnterviewd door de Wolkers-biograaf; ik ben nu, ‘s avonds laat, niet alleen zijn naam kwijt maar ook te lui om uit te zoeken wie dat was. Enfin, ik ging uit liefde voor mijn dochter, maar wel boordevol vooroordelen over een arrogante pijprokende rokkenjager die boeken schreef die bij mij niet echt aansloegen. Wat ik aantrof was een buitengewoon humorvolle man, die ad rem, open, erudiet en bovendien vol zelfspot antwoordde op de vragen die hem gesteld werden. En daar was niets gespeelds aan. Inderdaad, Simon had gelijk.
Wat is het voorspelbaar: eerst als afgunstige schapen het mooiste schaap afzeiken en dan, bij zijn dood, krokodilletranen huilen. In Nederland kunnen we niet trots zijn op Grootheden, lijkt het wel. Ja, met terugwerkende kracht, als ze dood zijn.