De Grote Uitruil
Geplaatst op september 23, 2012 | Gearchiveerd onder NRC HANDELSBLAD, The Semidaily Kuitenbrouwser | Reageer
Laten we er maar het beste van proberen te maken. Gelukkig zijn wij Nederlanders daar goed in: van de nood een deugd maken. In de pindakaasfabriek waar Mark Rutte personeelschef was, ging een machine kapot, maar de productie van die dag werd niet weggegooid. Nee, dat werd ‘Calvé met stukjes noot.’ En nog een succes ook. Zo zullen we het met deze stembusuitslag ook moeten doen.
Vooral voor D66 en het CDA moet het een vreemde gewaarwording zijn. Toen zij nog niet zo lang geleden hun nieuwe formule lanceerden, ‘het radicale midden’, was het gegniffel niet van de lucht. Een oxymoron, spraken omstanders, een natuurkundige onmogelijkheid, zoiets als een centrifuge die het water vasthoudt. En dat is dus inderdaad wat er gebeurt: de machine draait, het midden staat kurkdroog, maar er komt geen water naar buiten. Het wasgoed heeft alles opgezogen. Pechtold en Buma, daar staan ze, in het oog van de storm, in hun radicale midden. Doodse stilte.
Maar: we gaan er het beste van maken! En daar zijn we goed in.
Ik bedoel, waarom zoeken we eigenlijk zo geforceerd naar eenheid? Het land is diep verdeeld, dat is duidelijk, dus misschien moet de macht ook maar verdeeld worden. Het Kabinet Rutte en het Kabinet Samsom. Een soort Nieuw België.
Het klinkt vreemder dan het is. Want dat is inderdaad wat er gaat gebeuren: wij krijgen twee halve kabinetten. De term is ‘uitruil’.
Sinds vorige week woensdag heeft Nederland te maken met een nieuw politiek paradigma: het ‘Waterige Compromis’ versus de ‘Grote Uitruil’. Het zal duidelijk zijn wat de voorkeur heeft.
Wie er het eerst met die uitruil kwam, was in de hectiek helaas niet goed waarneembaar, maar het is een briljante vondst. Er hangt een waas van verfijnde confessionele sluwheid omheen, een geur van wierook en boenwas. Ik zie schemerige, Bistroquet-achtige beelden. De uitruil, als het CDA niet buiten spel stond (voor zover ooit) zou je zweren dat hij uit die hoek kwam.
Dat het een volledig nieuw paradigma is blijkt wel uit het feit dat deze term vóór de verkiezingen nooit viel. Heeft u tijdens de campagne, in een van die achtendertig debatten, één keer de term ‘uitruil’ gehoord, laat staan ‘grote uitruil’? Ik niet.
‘We zullen compromissen moeten sluiten’ zei iedereen tot vervelens toe. ‘Compromíssen, soms vervélende compromissen, hárde compromissen, onvermíjdelijke compromissen, maar zo wérkt het nu eenmaal, we zijn nu eenmaal een coalítieland.’
Kennelijk is men van gedachten veranderd.
Ineens zijn compromissen ‘troebel’, ‘slap’ en ‘waterig’. Let ook vooral even op het gezicht dat hierbij wordt getrokken: alsof je aan iets onsmakelijks denkt. ‘Ja, er gaan hier stemmen op om geen waterige compromissen te sluiten (blik op jakkie), maar om te kiezen voor een Gróte Uitruil (kloek gebaar). Van Gróte Dossiers!’
De partijleiders hebben weliswaar aangekondigd dat zij na de verkiezingen aan de slag zouden gaan met water en wijn, zoals meestal, maar op de ochtend na de verkiezingen hadden zij ineens een beter idee: Wij gaan, hier, op het Binnenhof, op plechtige wijze, Grote Dossiers Uitruilen. Onder hoorngeschal. Let op, dat wordt awesome.
Uitruilen.
Dat we daar in al die eeuwen niet eerder opgekomen zijn! We formeren niet één heel kabinet, maar twéé halve! Pfff….geniaal.
Ja, en dat die lijsttrekkers daar vóór de verkiezingen niet over begonnen, dat is natuurlijk volkomen logisch. Stel je voor, dan had Mark Rutte bijvoorbeeld moeten zeggen: ‘Beste kiezer, bent u ook van mening dat het ontslagrecht dringend versoepeld moet worden? Stem dan op mij! En dan, ná de verkiezingen, dan ruil ik dat mandaat uit, tegen bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek. Goeie deal toch?’
Of Samsom: ‘Wilt u ook de marktwerking in de zorg afschaffen? Stem dan op mij, en ik beloof u: dan gaan wij dat na de verkiezingen níet doen! Nee, ook niet een beetje, nee, dan gaan wij met die stem iets geheel ánders doen! Toptax, ontslagrecht, dat zien we nog wel. Niks geen waterige compromissen! Gewoon com-pleet iets an-ders! Is dat gaaf of is dat gaaf!?’
Nee, dat zeiden ze niet. Dat is wat ze nu zeggen, zij het in iets andere woorden.
Er het beste van maken, nood, deugd, enzovoorts. Pindakaas, nu met hele stukken noot.
Reacties
Laat een bericht achter