Borgen: zorgen zonder budget.
Geplaatst op september 25, 2012 | Gearchiveerd onder The Semidaily Kuitenbrouwser | Reageer
Minister Leers van Vreemdelingenzaken en Integratie, wil zoveel mogelijk illegalen het land uit en daarom wil hij ‘opsporingscapaciteit borgen voor de toekomst,’ vertelt hj in Nieuwsuur. ‘Maar kunt u die capaciteit dan niet op een andere manier borgen?’ wil de verslaggever weten.
Borgen. Er is een Deense dramaserie genaamd ‘Borgen’, het verhaal speelt zich af in de politiek. Onder Haagse politici is de serie een hit, meldde de Volkskrant, het hoofdstedelijk debatcentrum De Balie wijdde er zelfs een avond aan. De Deense Femke Halsema wordt premier en worstelt met de macht. In één jaar maakt zij een verwording door waar andere politici een hele carrière over doen. Ik maakte op twitter een opmerking over dat ‘borgen’ van Leers, en er kwamen direct reacties waarin een verband met die tv-serie gelegd werd. Dat is er helemaal niet.
Een Haagse insider twitterde dat ‘borgen’ al heel lang tot de bestuurlijke turbotaal behoort. Ik was het al ‘ns eerder tegengekomen, maar dat het zo ingeburgerd is wist ik niet. Zo’n woord, waar komt dat ineens vandaan? Volgens de wetten van de taaleconomie moet het voorzien in een behoefte. Welke zou dat zijn?
Ik kan er niets over vinden, dus we zullen zelf iets moeten bedenken. Ik zie twee mogelijkheden:
1: ‘Borgen’ is een afzwakking van ‘waarborgen.’ Minister Leers wil opsporingscapaciteit eigenlijk waarborgen, maar ‘waar’ wordt weggelaten. Waarborgen betekent zeker stellen, persoonlijk instaan voor, garanderen. Wie een waarborg geeft kan aansprakelijk gesteld worden. Haal dat ‘waar’ eraf en dit risico vervalt. Dat kan de populariteit van ‘borgen’ in de politiek verklaren: het klinkt solide, maar er kunnen geen rechten aan worden ontleend. De behoedzame politicus heeft beloofd dat er iets gaat gebeuren, maar niet dat het gaat gebeuren. Hij heeft opsporing geborgd, maar niet gewaarborgd. Het is de taal van de politieke behoedzaamheid.
2:‘Borgen’ is een soort eufemisme voor ‘zorgen.’ Een politicus die geld wil besparen kan domweg een publieke dienst opheffen, maar dat wek natuurlijk veel verzet. Liever belooft hij (m/v) dat de dienst aanzienlijk goedkoper wordt, maar wel blijft bestaan. ‘Slimmer werken’ wordt dat ook vaak genoemd, alsof de publieke dienst gebukt gaat onder een schrikbarend gebrek aan intelligentie. Een van die ‘slimme’ technieken is het ‘protocol.’ Ook zijn er ‘tools’ en ‘benchmarks’. Tools, bechmarks en protocollen zijn geen productieve arbeid op zich, het zijn stuurmiddelen. Software. Op strategische plaatsen in het werkproces wordt een tool, een bechmark of een protocol ingebracht, die moet (waar)borgen dat het goed gaat. Kijk, daar zit-ie, de borg. Als het nu toch nog fout gaat, is het niet mijn schuld. We gaan niet voor opsporing zorgen, nee, we gaan opsporing borgen. Borgen is zorgen zonder budget. Niet iets doen, maar iets beloven. Daar zit de besparing. Enfin, op papier. Borgen: het is de taal van een krimpende verzorgingsstaat.
Reacties
Laat een bericht achter