Pim Van Oranje

Geplaatst op november 18, 2004 | Gearchiveerd Geen categorie | Reageer

De F-side won.
De C-side, D-side, G-side, L-side, O-side en de twee R-sides zaten er wat beteuterd bij. Net als wij, van de E-side.
Lees verder

Made In Holland

Geplaatst op november 8, 2004 | Gearchiveerd The Semidaily Kuitenbrouwser | 1 Reactie

Theo van Gogh werd vermoord door twee daders: een Marokkaan en een Nederlander. Herman Vuijsje vroeg zich woensdag in de Volkskrant af ‘wie wij allemaal hebben toegelaten en hun gang hebben laten gaan’, maar Mohammed B. í­s hier helemaal niet toegelaten, hij werd hier geboren en groeide hier op. Sterker, van de tot nu toe negen arrestanten in de zaak is hij de enige made in Holland, én degene die het beulswerk verrichte. Toeval?

Als we hier uitsluitend met een moslimextremistisch exces te maken hebben, waarom gebeurt dit soort aanslagen dan niet in België, Frankrijk en Duitsland, waar ook veel moslimimmigranten wonen? In België is het bepaald geen koek en ei tussen allochtonen en autochtonen, daar heb je Abu Jahjah en Flip de Winter, ware kemphanen, beiden nog geen haar gekrenkt. En die andere brute liquidatie waarvan we nog nauwelijks bekomen zijn, de moord op Fortuyn, was toch echt het werk van een blanke, autochtone, gereformeerde milieuactivist.

Volkert en Mohammed, wat hebben ze met elkaar gemeen? Hun doelwit was geen land of volk, geen instituut of symbool, zoals bij veel ‘normale terreur’, maar een mens. Zij stelden geen politieke eisen. Ze opereerden alleen en doodden een individu dat zij onverdraaglijk vonden. In die zin passen zij in de nieuwe Nederlandse traditie van persoonlijke, gewelddadige onverdraagzaamheid, ook wel ‘zinloos geweld.’ Oók een Nederlands fenomeen.

Beide groeiden op in het Nederland van na de jaren zestig. In het land van Moet Kunnen. Waar buren, winkeliers, leraren, badmeesters, scheidsrechters en supporters, buschauffeurs, conducteurs en treinpassagiers zomaar door vreemden bedreigd en mishandeld kunnen worden. Waar je kunt worden doodgeschopt om een aanmerking op iemands gedrag. Waar perfide spreekkoren in stadions jaar-in-jaar-uit getolereerd worden en voetbalcoaches die het ‘verkeerd’ doen verbaal worden gelynched. Waar de politie de sanctiecategorie ‘streng toespreken’ kent, waar asocialen als de Tokkie-famile op het schild worden getild en de cabaretier die het verst durft te gaan de volste zalen trekt. In Moet Kunnen-land. Dat misschien wel waarden kent, maar geen normen stelt.
Waar de leiders laf zijn en de mensen laks of door het lint.
In het land van Theo van Gogh.

De hooligans van de Diamantbuurt, gedragen die zich zo omdat ze Marokkaan zijn? Of misschien omdat ze te weinig Nederlander zijn? Glen Mills, waar veel ontspoorde jongeren ‘genezen’, is geen instituut voor religieuze deprogrammering, maar voor maatschappelijke heropvoeding. Glen Mills werkt, niet omdat ze daar de islam uit jongeren halen, maar omdat ze Nederland erin stoppen. In een stoomcursus van een paar maanden, die moet compenseren wat wij decennialang verzaakten. Bij Glen Mills heet het ‘therapie’ of ‘behandeling’ en dan mag het ineens wel.
Dat Theo van Gogh dit instituut zo bewonderde is begrijpelijk. Het schijnt dat hij zijn eigen zoon ook streng opvoedde.

Volkert en zijn kameraden hebben vele gewelddaden op hun naam, van bomaanslagen en brandstichting tot juridische terreur, Volkerts persoonlijke specialisme. Een milieu-inspecteur werd dood in de bossen gevonden. De Centrum Democraten kregen tijdens een vergadering een brandbom door het raam, de secretaris verloor een been en belandde in een rolstoel. Het werd vergoelijkt, gedoogd, als een vorm van politieke folklore. Als een charmante verworvenheid haast van een vrijgemaakte natie. Moet kunnen.

‘Uw rechtsstaat is de onze niet!’ riepen de krakers. Misschien heeft Mohammed B. het gehoord, en zich verwonderd, net als ik, dat dat hier zomaar kon.
Hoe dan ook, we lezen het terug in de brief die hij achterliet op Theo’s lijf.

De moordenaar van Terra-docent Hans van Wieren, Murat D., is een Turk, maar zijn rolmodel is geen mullah of ayatollah, dat is Tupac Shakur, een gangsterrappper met een vergulde uzi, die stierf in een drive-by en de held is van kansarme kids in gettos over de hele wereld. Tupak’s teksten zijn gevaarlijk en opruiend, vinden ze in de VS, daarom krijgen ze een waarschuwingslabel. In Nederland noemen wij dat ‘betutteling’ of zelfs ‘censuur’. Daar doen wij in Nederland niet aan. Dat moet hier allemaal kunnen.

Net als keiharde geweldsfilms voor de kleintjes bij het ontbijt, want Filmkeuring is ook onnederlands en ‘niet meer van deze tijd’. En dan op naar school, voor een lesje selfesteem en respect – weetje? En als de juf moeilijk doet noem je d’r gewoon een kutwijf. En als je dan straf krijgt komen Pa en Ma en die verbouwen de tent even. Misschien belt juf de wijkagent, oh nee, de ‘buurtregisseur’. Kun je lachen.

Nee, liever dan ontoelaatbaar gedrag onderdrukken wij ontoelaatbare ideeën. De Nederlandse rechtsstaat: schop een oud vrouwtje omver en je bent thuis voor de thee, kwets een minderheid en je slaapt in de cel.
En als justitie niet meewerkt zijn er nog wel andere methoden om je in het gareel te krijgen: van een stil, sluipend ostracisme tot openlijke karaktermoord met termen als ‘fascist’, ‘racist’ en ‘antisemiet’. Van een suggestief ‘Das nie wieder’ tot het ritueel aanroepen van Anne Frank. Alles in het nette natuurlijk, keurig met woorden, maar subliminaal doet het signaal z’n werk: dwarsdenkers zijn spelbrekers en spelbrekers krijgen straf. De o-zo correcte filmcriticus Peter Van Bueren had zijn analyse al klaar, een uur na de moord op Theo: ‘Tja, hij vróeg er natuurlijk wel om.’
Een gotspe!

Te veel repressie van ‘ontoelaatbare’ ideeën en te weinig repressie van ontoelaatbaar gedrag, dat is ónze bijdrage aan de dood van Theo van Gogh geweest, die zelf amper meer het verschil zag tussen die twee, maar er ook (te) zelden op werd gewezen. Mensen die niet met hem meegingen in zijn guerrilla (zoals ik), verklaarde hij de oorlog. De laatste tijd was hij vooral omringd door gniffelende ja-knikkers.
Vorige maand was de maat vol en moesten de voetbalspreekkoren eindelijk zwijgen, maar nu al verlangen we terug naar spreekkoor Theo.
Wat een ADO-supporter niet mag, is een cineast wel toegestaan?

Theo van Gogh werd twee keer gedood, met twee wapens: het pistool en het mes. Het wapen van het westen en het wapen van het oosten. Voor de schuld van zijn moord moeten wij naar het Oosten kijken, maar ook naar het Westen. Naar onszelf.

Rare Dagen

Geplaatst op november 8, 2004 | Gearchiveerd Geen categorie | 2 Reacties

DINSDAG. Ik sliep uit, knipte om kwart over negen in bed de televisie aan. RTLZ: Twee presentatoren en daaronder zo’n info-balk met koersen en nieuwtjes. Toen ik het geluid uitzette om rustig verder te zappen, kwam er plots een balk bij, bovenop de normale; een brede felrode strook. ‘THEO VAN GOGH VERMOORD’ – rollend, van rechts naar links. Even alleen rood, dan die tekst weer.
Ho, dacht ik, je bent niet wakker. Je slaapt nog, en je droomt dat er een dikke rode banier over het tv-scherm loopt met het nieuws dat Theo vermoord is. Ik ging rechtop zitten, knipperde met m’n ogen en keek opnieuw. Het stond er nog steeds.

Men zegt altijd: eerst komt ongeloof, pas na een tijdje breekt het geloof door, maar vóór het ongeloof zit een heel kort moment dat je weet dat het waar is.
Steeds meer bevestiging, steeds meer beelden, steeds meer zekerheid.
Ik kende van Gogh, van begin tot eind jaren tachtig waren we goed bevriend. Toen kregen we ruzie, en op een mislukte verzoening na hebben we elkaar nooit meer gesproken. Wel naar hartelust beledigd, in de media.
Max Pam, Theodor Holman, Gijs van de Westelaken, zijn huidige maatjes, allemaal bekenden. Ik zag ze zitten, in dat kantoor. Eerst in gedachten, toen op tv.
Ik moet een column tikken.
Het wordt een brief aan zijn zoon.

WOENSDAG. Alle politici hebben commentaar gegeven. Samengevat: foei!
Het vrije woord!
Ah, daar is Elsbeth Etty weer. Tja, als het over het vrije woord gaat kun je natuurlijk moeilijk om haar heen, als voormalig PR-agente van Jozef Stalin. Vreemd eigenlijk, dat ze die nooit noemt in dit soort gevallen, maar wel altijd Adolf H? Het zal haar PR-training zijn.
We gaan naar de Dam.
Veel nette, hoogopgeleide, liberale Amsterdammers. Geen fans van Theo, lijkt me, of stiekem toch wel? Maar daar gaat het nu niet om. Het vrije woord!
Kijk, daar is Harry Mulisch.
Een vervuilde dakloze spreekt ons aan en citeert Voltaire. ‘Meneer, ik veracht uw denkbeelden, maar uw recht om ze te uiten zal ik tot de dood verdedigen.’ Waar de openbare leeszaal al niet goed voor is. Het schijnt trouwens niet van Voltaire te zijn, maar dit terzijde.
In het gedrang komen een paar jongens voorbij. Eigen volk eerst,’ roepen ze, ‘leve het witte ras!’ Ze doseren het sluw, net niet te hard, net niet te vaak. Je voelt de spanning stijgen. Eén schepje meer en er vallen klappen.
Terwijl, ja, inderdaad, wat u zegt, het vrije woord.
De verwarring is van de gezichten te lezen.
Rita Verdonk wordt uitgejoeld.
Laten we maar gewoon heel veel lawaai maken. Lawaai is goed. En dan twee minuten stilte.

DONDERDAG. Een medicus genaamd Buunk verklaart op internet dat ziekten als ME en whiplash ingebeeld zijn. De reacties zijn zo heftig en bedreigend dat hij het artikel schielijk verwijdert. Het vrije woord in Nederland is een beetje zoals het vrije wapenbezit in Amerika.
Een mailtje uit Amerika. Lisa B., schrijfster, scenariste. We waren gelijktijdig met hem bevriend, en met elkaar. De dritte im bunde. Acht jaar geen contact met Theo gehad, tien jaar niet met mij. Zag het op CNN. Wil naar de crematie komen.
Mohammed B.’s brief wordt gepubliceerd.
Welkom in het Midden Oosten.
En iedereen maar veronderstellen dat hij met een groep opereerde. Dat zal toch bewezen moeten worden. Mijn gevoel zegt nee. Ik hou het op een Marokkaanse Volkert, maar misschien is het wishfull thinking.

VRIJDAG. Zal ik langs gaan op zijn productiekantoor, om die jongens te condoleren?
‘Kom jij Gijs maar een knuffel geven,’ zegt de secretaresse. ‘Speak of the devil,’ zegt iemand als ik binnenkom. Dat lijkt me iets te veel eer.
In het Parool en later in Barend en Van Dorp beschrijft Holman Theo’s lichaam. Walgelijk. Die man is aan een strandwandeling toe.
Ziehier het mediadier: alles is content, elk gevoel, elke gedachte, met huid en haar. Ik doe het ook.

ZATERDAG. Een historicus bij Andries Knevel zegt: ‘Hij wordt nu vereerd als een held van het vrije woord, maar voor mij is hij toch meer de held van het scheldwoord.’
Zelf heb ik Theo ook een held genoemd, in de brief aan zijn zoon. Een vriend vroeg waarom. Niet om z’n visie, maar om z’n lef. Persoonlijke moed dient te worden geprezen, vooral in een land waar het zo schaars is.
Wij Nederlanders denken wel graag dat we vrijdenkers zijn, maar we zijn zo conformistisch als de pest. Dissidenten worden gemeden, tot ze niet meer te mijden zí­jn, en dan lopen we er meteen allemaal achteraan. Zie Fortuyn.
Geen land waar ‘mogen’ en ‘moeten’ zo vreemd door elkaar gebruikt worden.
We weten het verschil niet meer.

ZONDAG. Eten, drinken, vrienden. We doen de gordijnen dicht en steken de haard aan. Het wordt al donker.

MAANDAG. Een droom.
Ik rij op het kritieke moment door de Lineausstraat, zie het gebeuren, spring uit de auto, trek mijn pistool, nee, dat heb ik niet, haal de krik uit de kofferbak, nee dat duurt te lang, pak een baksteen, maar er ligt er geen. Wat kan ik doen? Uiteindelijk maak ik een desperate run, gebogen als een rugbyspeler, en ram de Lachende Doder omver. De toegesnelde politie rekent hem in. Theo krabbelt op. ‘Nou,’ zegt hij als hij me herkent, ‘met zulke vijanden heb je geen vrienden meer nodig!’
Hij grijpt zijn GSM. ‘Hallo? ANP?’

Beste L.,

Geplaatst op november 3, 2004 | Gearchiveerd Geen categorie | 1 Reactie

theoijskast.jpg

Het was in de winter van 1993. Het was koud, er lag sneeuw in de stad. Ik stond te pinnen op de gracht, vlak bij de Leidsestraat.
‘Hé Jan!’ klonk een stem uit de verte. ‘Als je een kind krijgt, let op je vrouwtje!’
Ik was stomverbaasd. Nog een keer:
‘Als je ‘n kind krijgt, let op je vrouwtje!’

Het was Theo. Hij stond op de brug, op de fiets, jij zat voorop, in het zitje, met een snotneus. Je was een jaar, anderhalf misschien, het was de eerste keer dat ik je zag. Je vader en ik hadden ruzie, daarom was ik zo verbaasd.
Lees verder

De Grootste Nederlander

Geplaatst op oktober 21, 2004 | Gearchiveerd Geen categorie | 1 Reactie

De Ergste Nederlander is natuurlijk een veel leukere verkiezing dan de Grootste Nederlander. Een shortlist is vooral leuk als er verassingen op staan, schijnbare ongelijksoortigheden. Maar Michiel de Ruyter, Willem van Oranje… gaap! Zet Hans Brinker er dan ook op.
Wat niet wegneemt dat het een vreemde selectie is, die shortlist.

Hoezeer ik hem ook bewonderde (als de Jeanne d’ Arc van het Haagse Politieke Kartel) en hoe sympathiek ik hem ook vond als mens, dat Pim Fortuyn er bij staat is natuurlijk onzin. Wat beweegt die programmamakers? Bang voor de P-side? En waarom wordt hij gepromoot door Joeri Albrecht, iemand die nooit enige blijk heeft gegeven van belangstelling voor, kennis van, laat staan zielsverwantschap met het verschijnsel Fortuyn? Die bij Vrij Nederland ‘werkt’, actief is voor de PvdA is en toen Fortuyn nog leefde voor geen goud met hem geassocieerd wilde worden? Met zo’n ongeloofwaardige promotor is Fortuyn bij voorbaat kansloos, of was dat juist de bedoeling?

Fortuyn is wel veruit de modernste van de tien kandidaten. Hij stierf op het hoogtepunt van zijn roem, althans, in de polls. Zoals je bij de Tour de France ‘virtueel’ in de gele trui kunt rijden zonder dat je het felbegeerde tricot ooit daadwerkelijk zult aantrekken, zo zat Pim Fortuyn een paar dagen virtueel in het Torentje.
Toen Geert Wilders zich afscheidde van de VVD, zes weken geleden, scoorde hij 13 zetels in de polls, inmiddels staat hij op 1.

Anne Frank kon misschien moeilijk ontbreken, na Johan Cruijff is zij waarschijnlijk de bekendste ‘Nederlandse’ naam ter wereld, maar als zij werkelijk zo groot was, hadden wij haar dan toen niet moeten redden? Je kunt het ‘eerherstel’ noemen, haar kandidatuur en de lobby om haar alsnog te naturaliseren, maar het heeft ook iets van een goedkope historische retouche.

Die verdeling van promotoren en kandidaten is sowieso merkwaardig. Willem van Oranje, krijgsheer en staatsman, wordt gepromoot door een theologe. Antonie van Leeuwenhoek, uitvinder van de microscopie, door een ruimtevaarder.
‘Niet te veel geleerden,’ zeiden ze bij de KRO, ‘ook wat BN-ers graag. Het moet wel leuk blijven.’
‘Rob Kamphues!’ riep iemand die had zitten slapen maar bij het woord ‘leuk’ altijd wakker schiet en een naam roept. Het werd genoteerd.

Een van de kandidaten die wel een logische promotor kreeg, in de persoon van Herman Pleij, is Erasmus, tevens mijn persoonlijke favoriet. Wist u dat Desiderius Erasmus meer dan 38 miljoen woorden schreef? Dat zijn ruim honderd heel dikke boeken. Sinds de publicatie in 1511 is de Lof Der Zotheid geen moment uit druk geweest. En als je het (her)leest valt direct op hoe fris en geestig het nog is. Van Douwes Dekker tot Hermans, van Hildebrand tot Carmiggelt, er klinkt iets van Erasmus in ze door. Wat de officiële uitslag wordt kan me eigenlijk niet zoveel schelen.

Het alleen maar bijdragen aan de Grote Versporting, die toch al zo’n verderfelijk effect heeft op de beschaving, maar wetenschappelijk gezien zou het een buitenkansje zijn als Johan Cruijff het wordt. Die leeft nog, als enige van de lijst, dus dan kunnen we van dichtbij bestuderen wat zoiets met iemand doet.
Ik denk dat de NOS hem dan moet afschrijven als commentator.
Waarschijnlijk transcendeert zijn taalgebruik dan naar een nóg hoger, nóg ijler niveau. Misschien gaat hij zingen. Of ritmisch bewegen met z’n oren. Of klappen in één hand.
‘Johan, die ruit op het middenveld, wat vind jij daarvan?’
‘(Drie keer oor links, twee keer oor rechts, handklap, handklap.)’
‘En die wissel?’
‘(Oor rechts, oor links, handklap, nee, geen handklap.)’
‘Mag ik nu gaan? ‘
‘(kort knikje.)’
Tom Egberts verlaat achterwaarts lopend de studio. De Grootste Nederlander Ooit sluit zijn ogen en verzinkt in goddelijke meditatie.

Maar goed, de Ergste Nederlander is natuurlijk een veel leuker project. De veiligste keuze lijkt me Volkert van der Graaf. Kun je het moeilijk mee oneens zijn. Trouwens, waar is Balthasar Gerards? Of was dat juist een topactie, achteraf gezien, het vermoorden van Willen van Oranje? Je weet het niet meer, met die voortdurende herwaardering van historische figuren. De ploert van gisteren is de held van vandaag. Neem de Tokkies – van Gehate Aso naar Gevierde BN-er, het is maar een kleine stap.

Jammer dat Youp van ‘t Hek niet op de lijst staat, die ik persoonlijk nogal erg vindt, juist omdat hij zo pretendeert Niet Erg te zijn. Wat voor Hedy d ‘Ancona natuurlijk ook geldt. En Ina Brouwer! Nu ja, ze zijn natuurlijk allemaal heel erg.
De enige kandidatuur waar ik het totaal niet mee eens ben is Peter Klashorst. Dat is een misverstand. Peter Klashorst is een leuke man. Neem dat nou maar gewoon van mij aan.

Van die twintig kandidaten voor Ergste Nederlander heb ik er tien ooit perzoonlijk ontmoet. Maar daarover volgende week.

De Kroonprins

Geplaatst op oktober 21, 2004 | Gearchiveerd Geen categorie | Reageer

de-kroonprins.jpg
Net als John de Mol, Theo Reitsma, Bram Moszkowicz en Donald Trump ben ik nog jong en in de kracht van mijn leven, en toch lijkt het ook mij verstandig om nu reeds op zoek te gaan naar iemand die mij te zijner tijd zal opvolgen als columnist. Zodra dit bekend raakte werd ik benaderd voor een televisieprogramma, en op dit moment zitten we middenin de opnamen voor De Kroonprins, binnenkort uit te zenden door de RVU.
Lees verder

Sexocratie

Geplaatst op oktober 21, 2004 | Gearchiveerd Geen categorie | Reageer

radiosex.jpg

De eerste maanden in onze nieuwe woonplaats deed ik alles per auto, maar toen kocht ik een fiets en reed op een middag naar het centrum. Niet over de hoofdwegen, zoals je per auto zou doen, maar binnendoor. Ineens doemde het voor me op: de achterkant van de radiovilla’s van de vpro, waar ik in 1977 op stage ging. Tussen die villa’s en de meer naar achtere gelegen kantine was een tuinachtig gebied, een soort kantoorverkeerstuin, waar je grootheden als Arie Kleywegt, Wim Noordhoek of Kees van Kooten kon tegenkomen.

De grote stalen brandtrappen, het hokje van de telefoniste, het grasperk waar een of andere radio-onderscheiding begraven lag. Feike Salverda, de bullebak, die me op m’n eerste dag naar de sigarenwinkel stuurde.
De voorbereiding had plaatsgevonden op Sandbergen, het schooltje van de publieke omroep. Opdracht één: straatinterviews maken over een actueel onderwerp. Met om mijn nek een Nagra, een blok beton waar je geluid mee kon op nemen, toog ik naar het centrum.
Het begon zachtjes te regenen.
Daar stond ik, in spijkerjack, in de motregen, met die Nagra.
‘Wat vindt u ervan dat Prins Bernhard steekpenningen heeft aangenomen van Lockheed?’
‘Zou hij daarvoor berecht moeten worden?’
‘Moet Juliana van hem scheiden?’
‘Moet hij dat geld aan een goed doel geven, Novib of Amnesty bijvoorbeeld?’
‘Of zegt u: moet kunnen?’

Ik zag de plek voor me, de driesprong waar ik toen stond, bij de Hema, ongeveer waar ik nu moest zijn. Ik reed er naartoe, en daar, op dat kruispunt, stond een jongen, in een spijkerjack, met een recorder, straatinterviews af te nemen.
Het asfalt had plaatsgemaakt voor rode klinkers, waar toen individuele winkels zaten waren nu filialen van ketens, het kastje om z’n nek was niet groter dan een walkman, de microfoon eerder een vulpotlood dan het scheerapparaat dat je toen hanteerde. Dezelfde scène, een ander decor.
‘Mag ik u iets vragen?’ zei de jongen. ‘De naam Pim Fortuyn, zegt die u iets?’
‘Hij wordt lijsttrekker van Leefbaar Nederland, goed idee?”
Toen hij klaar was en z’n apparaat uitzette, vroeg ik:
‘Sandbergen?’
Hij knikte.

De vpro-radio maakte een interessante periode door. De nieuwe directeur Jan Haasbroek wilde meer links-emancipatoire programma’s, dus de makers van het meer intelectueel-vrijzinnige aanbod moesten inschikken. Ik was bij twee programma’s geplaatst, van elk kamp één. Op maandag hoorde ik een vergadering lang gemopper van de anarcho’s op de arbeideristen en op dinsdag was het omgekeerd.
Haasbroek’s voornaamste project, een verheffend-en-tegelijk-verstrooiend programma op vpro’s vaste Vrijdagavond Op Drie, was geen succes (na het legendarische Tilt zou dat genre zou bij de vpro nooit meer tot bloei komen), maar één onderdeel ervan trok wel enorm de aandacht. Dit was de fameuze seksrubriek van Germaine Groenier. Tegenwoordig zijn commercials voor aftershave amper van porno te onderscheiden (zelfs het Duracel-konijntje heeft het tegenwoordig over sex! Of ben ik naïef en ging het daar altijd al over?) maar dit was 1976, dertig jaar geleden: op de radio openlijk over seks praten was niet eerder vertoond & velen waren diep geschokt.
‘Ja ja, dus dan wordt-ie ineens weer slap. Tja, vervelend. Zij is wel nat genoeg?’

Groenier heeft een boek geschreven over die periode. Germaine Sans Gêne, heet het, precies zoals vpro-omroeper Cor Galis haar altijd noemde. De legitimatie voor haar rubriek werd ‘het bespreekbaar maken van seksuele problemen’ genoemd, maar het geheel had ook iets weg van een verkapte publiciteitsstunt, waarvoor een stel naïeve marxisten – ook ‘n Sun-schriftje van Erich Fromm gelezen – zich had laten gebruiken door een uitgekookte radiodirecteur.

‘Er loopt een stagiaire van de School voor de Journalistkek bij ons rond,’ schrijft Germaine. That’s me in the corner. ‘Hij moet een stageverslag schrijven, we zijn benieuwd.’ Dat die seksrubriek mij niet erg beviel was blijkbaar wel duidelijk: ‘Ik heb het idee dat hij er helemaal niets aan vindt, zijn gezicht spreekt soms boekdelen.’
‘Nooit iets zeggen en dan dit!’ briest Groenier als ze het verslag gelezen heeft. ‘Laat-ie oprotten!’
Ik heb dat verslag nog eens gelezen. Bescheiden kanttekeningen zijn het, voorzichtig geformuleerd, zoals het een stagiaire betaamt. Germaine Groenier had dan misschien geen gene, maar wel een heel dunne huid en erg lange tenen, zo komt ze in het boek althans naar voren. Elke kritiek wordt persoonlijk opgevat en verklaard uit kinnesinne en kwade trouw, van intellectuele reflectie ontbreekt elk spoor. Groeniers antwoord op de kritiek (van onder andere de NVSH) dat seksuele hulpverlening een vak is: ‘Sodemieter op! Neuken we niet allemaal?’ Dat niveau.

Inmiddels is wel duidelijk dat haar rubriek een van de eerste voortekenen was van de trend waarvan we de laatste tijd het hoogtepunt beleven: een als ‘bevrijding’ voorgestelde maar in wekelijkheid commercieel aangedreven onttovering van de seksualiteit. Van het privatiseren van de filmkeuring door Hedy d’Ancona tot de de-privatisering van de seksuele fantasie door Menno Buch, van de Pin-Up Club tot porno-chic, van Germaine Sans Gêne tot Siliconen Kim Holland.

Leiden en/of Lijden

Geplaatst op oktober 15, 2004 | Gearchiveerd Geen categorie | Reageer

jpbziekenhuis.jpgreaganziekenhuis.jpg (klik om te vergroten)

Op dinsdag 14 september werd premier Balkenende opgenomen in het ziekenhuis vanwege een ernstige ontsteking aan zijn voet. Daar ligt hij nog steeds. John Kennedy, Ronald Reagan, Francois Mitterrand, Bill Clinton, Helmut Kohl, Tony Blair, Guy Verhofstadt, ze kwamen gedurende hun bewind allemaal een keer in het ziekenhuis terecht. Het eerste dat zij deden was het uitgeven van een persoonlijke verklaring. Globale strekking: ‘Hallo Volk, ik lig hier, vervelend, maar geen zorg, ik heb de touwtjes in handen.’ Ook verschenen zij, als het wat langer duurde, op een gegeven moment voor de camera.
Van Balkenende werd niets vernomen, geen woord, geen beeld.
Balkenende communiceerde niet met ons via de RVD, nee, de RVD communiceerde met ons over Het Geval Balkenende. Zeven uitvoerige persberichten werden uitgeven vol medische details over De Ontstoken Voet, die daardoor met de dag grotere afmetigen aannam in de publieke verbeelding. Hoogtepunt vormde de bekendmaking dat Balkenende voor zijn revalidatie zou worden voorzien van ‘speciale schoenen’.
Het effect is dat wij hem straks, als hij weer aan het werk is, nog geruime tijd zullen zien als een verminkte voet in een speciale schoen met een minister president erop.

Dat de RVD zelf de medische voorlichting verzorgde is in dit soort gevallen overigens ongebruikelijk, meestal wordt dit aan het medisch team overgelaten (uiteraard in overleg) en beperkt de regeringsvoorlichter zich tot politiek-bestuurlijke aspecten. Zo blijven de patient en de regeringsleider optisch gescheiden. Het streven van de RVD lijkt te zijn om de een volledig te laten verdringen door de ander.

Afgelopen vrijdag, een maand na zijn opname, gaf de RVD voor het eerst een foto vrij van Balkenende in het ziekenhuis. U ziet hem hierboven links.

Mijn eerste associatie was met het soort foto’s dat je wel eens in Story of Privé ziet staan: schlagerzangeres is van de trap gevallen en bedankt haar fans voor de vele bloemen en teddyberen. Maar is er ook een meer objectieve manier om zo’n foto te beoordelen?
Aan de hand van soortgelijke foto’s, bijvoorbeeld?
Lees verder

Droge Cel

Geplaatst op oktober 5, 2004 | Gearchiveerd Geen categorie | Reageer

De Politie van Amsterdam gaat burgers die in aanraking zijn geweest met de politie er periodiek aan herinneren dat ze in de gaten gehouden worden. De eerste werd onlangs verzonden.

kaartjepolitieklein.jpg

Je hoeft geen crimineel te zijn om zo’n kaart in de bus te krijgen, een Amsterdamse jongen die verdacht wordt van diefstal maar nog niet berecht is, ontving er ook eentje.
Is dit een goed idee?
Ja, dit is een goed idee.
Lees verder

Sanering

Geplaatst op september 23, 2004 | Gearchiveerd Geen categorie | 1 Reactie

de-voet.jpg

Pas toen ik op een van de ANWB-borden een ‘H’ zag, realiseerde ik me dat ik mij in de woonplaats van onze premier bevond, en dat hij daar momenteel verbleef, in die H, die hier, in Capelle aan den IJssel, verwijst naar het IJsselland Ziekenhuis. Zou de premier veel bezoek krijgen? Een bemoedigend woord van een gewone burger, zou hij dat op prijs stellen? Ik had geen haast en besloot het even te proberen.

De afdeling waar de premier lag, heelkunde, was streng bewaakt, beide ingangen werden versperd door stevige types in burger met een oortelefoontje. Om te kijken of ik er misschien via de goederenlift kon komen ging ik één verdieping naar beneden. Hier was de afdeling Röntgen, CAT, MRI. In de wachtruimte voor de CAT-scan stond een bed, er lag een patiënt in. Het was Jan Peter Balkenende.

Hij zat half rechtop, bladerend in een Privé. Aan de andere kant van de matglazen tussendeur, even verderop, stonden zijn twee bewakers, wijdbeens, het oog waakzaam in de verkeerde richting.
Ik stelde me voor en vroeg of ik iets voor hem kon doen.
‘Erg vriendelijk van u,’ glimlachte hij flauwtjes, ‘maar ik heb niets nodig. Afgezien van de bewaking wordt er hier prima voor me gezorgd. Ik ben zo aan de beurt.’
Aan de beurt? U bent de premier en u moet wachten?
‘Nee, ik laat me hier even een voorkeursbehandeling geven! Drie keer raden wat de kranten dan schrijven.’
Tja, da’s waar. Maar heeft u geen haast?
‘Je wilt natuurlijk dat het zo snel mogelijk weer over is. Niet de meest ideale tijd voor een premier om ziek te worden.’
Nee. Anderzijds, ook wel even lekker, zo’n rustpauze. Zeg eens eerlijk?
‘Het heeft ook wel iets aangenaams, zo’n kleine retraite, dat zal ik niet ontkennen.’
Want om nou te zeggen dat het lekker gáát met u, nee. Het meest impopulaire kabinet sinds de tweede wereldoorlog. Geen fijne cijfers.
‘Nee, dat is waar. De economie werkt natuurlijk ook niet mee.’
Nee, maar de waardering voor u persoonlijk is ook ongekend laag. Dat komt niet door de economie.
‘Waar dan wel door, vraag ik me wel eens af.’
U bent zo rechtlijnig.
‘Ik sta voor mijn opvattingen, ja.’
Over dertig jaar zullen we inzien dat u gelijk had?
‘Dat denk ik wel ja.’
Hoe zullen we u dan waarderen? De man die de Nederlandse verzorgingsstaat redde?
‘Die daar de aanzet toe gaf, ja, zoiets.’
U wist dat u zich gehaat zou maken?
‘Nou ja geháát…’
Nee, u bent geliefd! Als u het voorzien had, had u het dan nog steeds zo gedaan?
‘Ach… als je alles van tevoren weet.’
U denkt: doet er allemaal niks toe, in het licht van de eeuwigheid is het juist, wat ik doe?
‘Ja, dat is ook zo.’
Maar veel plezier beleeft u er niet aan hè?
‘Och…’
Kom op, u bent doodongelukkig.
‘Hoe ik persoonlijk omga met de neveneffecten van deze verantwoordelijkheid…’
Hou toch op. Die ontsteking aan uw voet zit daar niet voor niets.
‘Hoezo?’
Om te beginnen: stress is weerstandsverlagend. Onder normale omstandigheden ontsteekt zoiets niet op die manier.
‘Hm…’
En uitgerekend uw voet.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Dat is toch duidelijk? U wilt zelf óók niet in uw eigen schoenen staan!’
‘Ha ha, leuk gevonden, maar zo werkt het niet.’
U zou willen dat het afgelopen was, maar het lóópt niet af, en dus immobiliseert u zichzelf.
‘Bent u psycholoog of zo?’
Ik legde hem uit dat ik naast mijn gewone werk actief ben als personal coach.
‘Zo iemand heb ik niet nodig.’
U gelooft niet in dit soort analyses.
‘Nee.’
Dat is dus het probleem, te weinig fantasie. U staat niet open voor het raadsel. Dat u op dit moment in het ziekenhuis ligt, in het hart van de verzorgingsstaat, zou dat toeval zijn? De verzorgingsstaat die u hardhandig aan het saneren bent, en dan in de week dat die maatregelen bekend worden gemaakt? Allemaal toeval?
‘Eh, dat lijkt me wel ja..’
Of is het misschien onbewust uw manier om de zaken eens door de ogen van een burger te bekijken? U staat op het punt een nieuw zorgstelsel te lanceren…
‘Ja, nou en?’
… en vlak daarvoor onderwerpt u zich aan het stelsel zoals het nu is. Ook toeval?
‘Tja, als je het zo bekijkt…’
U waagt zich in het hol van de leeuw. Waar men u daar natuurlijk toch op aankíjkt.
‘Nou, ik moet zeggen, soms is het wel even slikken.’
Wat?
‘Ze peperen het je af en toe wel even in. Dan vraag ik of ze de ondersteek willen legen, en dan zeggen ze: Nou meneer Balkenende, dat valt hier onder de eigen verantwoordelijkheid, hoor, hahaha.’
Kijk, dat bedoel ik.
‘Of het gaat over een bepaalde behandeling of zo, en dan zeggen ze: Tja, vóór de bezuinigingen kon dat nog, maar nu niet meer, helaas. Met zo’n blik in mijn richting van: dat hebben we aan die meneer daar te danken.’
En daar kunt u dan eens rustig over nadenken.Daarom heeft u die voet laten ontsteken.En komende dinsdag? Gaat u hier op de afdeling naar de Troonrede kijken?
Als ik me goed voel wel, ja.’
Op de recreatiezaal, samen met zieken, ouderen, gehandicapten en verzorgend personeel?Die er volgend jaar allemaal weer op achteruit gaan?
‘Tja…’

De premier keek voor zich uit, moe en mistroostig.
‘Misschien kan ik beter alleen op m’n kamer kijken.’
Nee nee, ga naar de recreatiezaal, het gezelschap zal u goed doen.

Een van de bewakers achter het matglas had zich omgedraaid. Het volgende moment stormde hij met getrokken pistool de wachtruimte in.
‘Handen omhoog of ik schiet!’
Jan Peter Balkenende hief een bleke hand op.
‘Laat maar, Harry. Meneer ging net weg.’

« ga terugvolgende pagina »