Allo’s en Duo’s
Geplaatst op januari 20, 2003 | Gearchiveerd Geen categorie | Comments Off on Allo’s en Duo’s
Twee kwesties heeft Hedenlands onder handen: kan gecondoleerd? en is het waarden & normen of normen & waarden? Maar eerst nog even het onderwerp van vorige week: de term allochtoon. Twee lezers, mevrouw Swart uit Groningen en de heer van Poppel uit Voorburg, attenderen erop dat ‘allochtoon’ al in de jaren zestig een gangbare term was voor vreemdelingen uit andere delen van het land, plaatselijk ook wel aangeduid als ‘import’. Meneer van Poppel wijst op een congres ‘Allochtonen in Brabant’ dat in 1960 in Eindhoven plaatsvond en mevrouw Swart, sociologe, deed in 1964 onderzoek naar ‘allochtonen’ in Hoogland, een dorp bij Amersfoort. Hilda Verwey Jonker was ook sociologe, dus het ligt voor de hand dat zij zo op het idee kwam.
Het moet ‘waarden en normen’ zijn en niet andersom, stelde Hedenlands hier enige weken geleden. De reacties zijn gemengd.
In kookboeken staat altijd ‘bestrooi het vlees met zout en peper’, maar aan tafel zeggen mensen meestal ‘daar staat peper en zout’, schrijft Ron Konijendijk. Volgens Ron is het hoe dan ook ‘peper-en-zout-stel’, nooit andersom, en zoals ook Pieter Heitlager schreef moet de haarkleur eveneens beslist ‘peper-en-zout’ zijn, nooit ‘zout-en-peper.’
Is dat misschien omdat in de keuken de functie het zwaarst weegt (zout is meestal belangrijker dan peper), terwijl aan tafel het statuselement overheerst (peper was ooit veel duurder dan zout)?
Hedenlands vermoed dat het ongeveer zo zit: klank bepaalt de volgorde van dit soort combinaties, tenzij de logica zich te zeer verzet. Mensen die ‘normen en waarden’ zeggen vinden dus of dat het klankvoordeel groter is dan het logische bezwaar of ze zijn zich niet bewust van het logische bezwaar en kiezen vanzelf voor de prettigste klank. (Of ze zijn van mening dat ‘normen en waarden’ de logische volgorde is, zoals Pieter Heitlager, omdat waarden volgens hem voortkomen uit normen. Dit klopt niet, maar er is in elk geval over nagedacht. Op Duitse scholen heet het vak ook ‘Werte und Normen’, al zeggen Duitsers het soms ook andersom.)
Dat klank de doorslag geeft als er geen logica in het spel is, kun je zien aan duo-namen, merkt Ron Konijendijk op, die door iedereen altijd op dezelfde manier naast elkaar worden geplaatst. Hennie en René, Wijnand en Jan, Ton en Herman, Sander en Erwin, Millie en Maarten, Gea en Hein, zo noemen Ron en Anita ze, en zo noemt iedereen in hun omgeving ze.
Dat sommige mensen normen en waarden lekkerder vinden dan waarden en normen is volgens Harry W. Arp vanwege de ‘Norm van de Dominantie van de Korte O.’ ‘Horten en Stoten, Bos en Hei, Los en Vast, Potten en Pannen, Hot en Her, Kop en Schotel, Op en Af, Op en Neer, Zon en Zee, Mollen en Kruizen, Hollen of Stilstaan, Bommen en Granaten, Bont en Blauw, Kort en Klein, Zotten en Dwazen, Orde en Regelmaat, Ondersteboven, Gepokt en Gemazeld….ik daag u uit deze reeks in omgekeerde volgorde te plaatsen. U merkt direct hoe “bergop” dat gaat.’ De korte-O-dominantie is volgens Harry zelfs sterker dan de logica, kijk maar naar een vaste uitdrukking als ‘donder en bliksem’. Die niet logisch is, aangezien de bliksem altijd eerder komt dan de donder, omdat licht nu eenmaal sneller reist dan geluid.
De regel zou dus moeten luiden dat zo’n duosamenstelling wordt bepaald door de dominante korte O, zo niet dan prevaleert de logica, zo niet dan is de orale ergonomie doorslaggevend.
Fijn, daar zijn we ook weer uit.
Voor de gecondoleerd-discussie blijft een beetje weinig ruimte over, dus die schuiven we door naar de volgende keer. Blijf schrijven.
Allochtoon (rev.)
Geplaatst op januari 20, 2003 | Gearchiveerd Geen categorie | Comments Off on Allochtoon (rev.)
Als Hedenlands het (voorlopige) dieptepunt in zijn loopbaan zou moeten aanwijzen dan zou dat vermoedelijk in 1996 liggen, toen Heb Ik Iets Verkeerds Gezegd?, enige wenken in incorrect doen en denken verscheen, een boek over de politieke etiquette van dat moment. In dat boek staat bijvoorbeeld in dat de M-norm, het door feministen bepleite gebruik van mannelijke beroepsnamen voor vrouwen, onzinnig is. Toen een omstreden idee, inmiddels gemeengoed. Het voorspelt de opkomst van de milieu-recalcitrantie (dat heet nu ‘huisvuilscheidingsmoedheid’) en het radicale dierenrechtenactivisme, beiden inmiddels uitgekomen.
Het komt tot de conclusie dat het weldenkende adagium ‘integratie met behoud van culturele identiteit’ een goedbedoelde oxymoron is in de trant van ‘mayonaise maken met behoud van ei’. Toen taboe, van het weekend nog verkondigd door Ayaan Hirsi Ali in deze krant en door Afshin Ellian in NRC Handelsblad. Maar dit profetische prachtboek kreeg nauwelijks aandacht en dat dieptepunt waarover ik het had werd bereikt toen NRC Handelsblad het liet bespreken door de cabaretrecensent, waarschijnlijk op grond van de typisch Nederlandse gedachte dat humor en inhoud niet samengaan.
Terwijl Hedenlands er nogal wat research in had gestoken. Bijvoorbeeld naar de vraag waarom we buitenlanders die zich hier vestigen altijd aanduiden met verhullende fantasienamen als rijksgenoot, repatriant, gastarbeider, migrant, etnische minderheid, allochtoon, nieuwkomer en, meest recent, medelander, in plaats van ze eenvoudig te noemen wat ze zijn, namelijk immigrant. Ook dat idee lijkt nu eindelijk tot Den Haag te zijn doorgedrongen, las Hedenlands in de Volkskrant van afgelopen maandag. ‘Begrip allochtoon is aan vervanging toe’, luidt de kop. Jan Schoonenboom van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid wekt in dat stuk de indruk dat hij als een van de opstellers van het WRR-rapport ‘Allochtonenbeleid’ (1989) de uitvinder van het begrip ‘allochtoon’ is. Dit klopt niet, het werd al in 1971 geïntroduceerd door de sociologe Hilda Verwey Jonker. Zoals Hedenlands ook op deze plek nog eens gereleveerd heeft, was zij door het toenmalige ministerie voor minderheden, CRM, gevraagd een advies uit te brengen omtrent het vreemdelingenbeleid, en in haar argeloosheid noemde zij haar rapport ‘Immigranten in Nederland.’ Die term werd op CRM niet zo geschikt geacht want Nederland kende, of liever wílde geen immigranten kennen. Op zoek naar een alternatief deed Verwey-Jonker de vondst ‘allochtoon’, een begrip dat wij nu met vreemdelingen associëren, maar dat toen alleen in het woordenboek stond als geologisch jargon voor ‘van elders afkomstige, ondergrondse steenlagen.’ Allochtoon is een klassiek voorbeeld van wat George Orwell in zijn boek 1984 ‘newspeak’ noemde.
Volgens de overal ter wereld gehanteerde definitie is een immigrant iemand die langer dan 1 jaar legaal in aan ander land woont, maar daar deed Nederland dus even niet aan mee. ‘Het is zinvol pas dán van immigranten te spreken als er voldoende aanwijzingen zijn dat het verblijf van personen of groepen van langere duur of permanent zal zijn,’ schreven beleidsmakers op CRM ter rechtvaardiging van dit schimmenspel. Tja, ‘voldoende aanwijzingen’, wat zijn dat? In feite kun je iemand dan pas ‘immigrant’ noemen als hij in zijn graf ligt. In vreemde bodem, welteverstaan.
Hier ligt Yoesoef,
hij wilde nét teruggaan
En nu ‘vergen de ontwikkelingen weer een nieuwe term’, lezen we in de Volkskrant.
‘Immigrant’!
Als oudgediend pleitbezorger van dat begrip zou Hedenlands nu blij moeten zijn, maar het is een wrange overwinning. Want als het ‘de ontwikkelingen’ zijn die nu om ‘immigrant’ vragen, in plaats van de feiten, dan zal de ‘Wetenschappelijke’ Raad voor het Regeringsbeleid volgend jaar, of het jaar daarop, als de ‘ontwikkelingen’ weer anders zijn, wel weer met een nieuwe term komen.
Het schimmenspel gaat door.
Van harte gecondoleerd
Geplaatst op januari 20, 2003 | Gearchiveerd Geen categorie | Comments Off on Van harte gecondoleerd
‘Beste Hedenlands, ik ben het met u eens,’ schrijft mevrouw Buur-Smit uit Heemstede, ‘gecondoleerd kan niet!’ Tja, dat was niet zozeer de stelling die ik poneerde als wel de vraag die ik opwierp, maar zo zie je, geef en paar voor- en een paar tegenargumenten en iedereen voelt zich gestijfd. ‘Geboren in 1920’ vermeldt mevrouw Buur Smit nog. Hoe papierder de respons, hoe hoger de gemiddelde leeftijd der respondenten, weet Hedenlands inmiddels, en de ‘gecondoleerd’- respons is behoorlijk papier.
‘Je staat met een mond vol tanden bij het peilloos verdriet van bijvoorbeeld een moeder die haar kind in twee dagen tijd verliest aan hersenvliesontsteking. Zwijg en kijk haar aan,’ adviseert mevrouw Buur, ‘Geef een hand (of een zoen) en wens de nabestaande sterkte in de komende dagen.’
‘Gecondoleerd klinkt hard en akelig’, schrijft Eline Dansecours. ‘Wellicht “mes condoleances” of “mijn medeleven”? Echt onaangenaam zijn toch veelal echt holle frasen!’’
Tja, dat is nu net de kwestie: wanneer is een frase hol? Of beter: dat een frase veel gebruikt wordt, maakt dat die frase hol? Of: die behoefte aan echte, persoonlijke expressie, is die op zo’n moment op z’n plaats? In het afwijzen van de conventie zit ook iets van: bewaar dat ‘gecondoleerd’ maar voor gewone sterfgevallen. Of: zelf zou ik mij nooit aan zo’n afgezaagde frase bezondigen, dus dat mag ik ook van anderen verwachten. Daarom is mevrouw Buur-Smit’s suggestie van dat aankijken wel goed: waar het om gaat is het overbrengen van medelijden, compassie, en dat doe je misschien efficiënter met een blik dan met woorden.
Ook als ontvanger, als ‘nabestaande’ zoals het zo guur heet, wil je op zo’n moment misschien liever niet met taal bezig zijn. Sta je daar, moet je stijlbloempjes gaan jureren.
‘O, da’s leuk gevonden… hé, ook wel origineel… hm, da’s niks…’ enzovoort.
Carine Schiks worstelt er ook mee.
‘ “Weet ik nou niks beter te verzinnen?” vroeg ik me af als ik weer hetzelfde riedeltje had geproduceerd. Hoe komt het dat we hier zo weinig teksten voorhanden hebben, zo met een mond vol tanden staan als we onze gevoelens rond overlijden willen uitdrukken?’
Terecht merkt Carine op dat het probleem zich vooral voordoet in wat zij ‘het middengebied’ noemt. ‘Beroepsmatig kon ik met een vaste tekst nog wel uit de voeten; dan ben je er als officiële vertegenwoordiger van een organisatie en is je aanwezigheid het belangrijkste.’ Ook als het om echte naasten gaat heeft ze geen probleem. ‘Dan spelen woorden, die condoleance-kreten, minder of nauwelijks een rol en geeft de non-verbale en lichaamstaal (omhelzen, meehuilen etc.) je voldoende ruimte. Maar met name bij condoleances waar je bijvoorbeeld zelf (zeer) geraakt bent door het overlijden, maar de familie niet (goed) kent, waar je in ieder geval je gevoelens kwijt wil en ook naar hen toe duidelijk kenbaar wil maken, daar schiet ik tekort.’
Tja, dat was nu precies de positie waarin Hedenlands & vele anderen zich bevonden toen de kwestie aan de orde werd gesteld.
‘Soms flap ik er ineens “hartelijk gecondoleerd”, uit,’ schrijft Carine, ‘wat niet kan, want hartelijk hoort bij feliciteren en kan worden misverstaan, heb ik gemerkt.’
Is dat zo?
Hartelijk betekent van harte, wat weer zoiets wil zeggen als ‘echt gemeend’. Dat moet in combinatie met ‘gecondoleerd’ toch kunnen?
Volgende keer meer.
Ook over ‘waarden en normen’ kwamen een paar interessante reacties binnen, waarover binnenkort.
Wassen en Watergolven
Geplaatst op januari 20, 2003 | Gearchiveerd Geen categorie | Comments Off on Wassen en Watergolven
Bij zoekmachine Google komt de woordcombinatie ‘waarden en normen’ 10900 keer voor en de combinatie ‘normen en waarden’ 24000 keer.
Statistisch had Jan Mulder dus het gelijk aan zijn kant toen hij onlangs beweerde dat ‘normen en waarden’ de enig juiste volgorde is. Maar is het daarmee ook waar?
Hedenlands heeft zijn twijfels.
De Google-uitslag is niet verrassend, je hoort het om je heen: de meeste mensen zeggen ‘normen en waarden.’
Dat wil zeggen: tegenwoordig. Kijk je in de databank van PCM, waarin alle tekst van de Volkskrant, NRC Handelsblad, Het Parool, Trouw en het Algemeen Dagblad sinds begin jaren negentig ligt opgeslagen, dan komen ze ongeveer gelijk uit. Die indruk had Hedenlands al: ooit was het waarden en normen, en op een gegeven moment is het gaan schuiven. Het scheelt niet veel, maar normen en waarden bekt nét iets lekkerder. Dat kan de reden zijn. Als mensen denken dat de volgorde toch niet uitmaakt, kiezen ze voor het comfort van tong en mond. Wij zeggen bont en blauw, de Engelsen zeggen black and blue, want multicoloured and blue bekt niet.
Verder is het een kwestie van gewenning, zie de Vlamingen met hun ‘zeker en vast’. In een Hollandse mond voelt dat raar, maar alleen omdat wij het nu eenmaal anders leren, een tongbreker is het niet. Hetzelfde geldt voor waarden en normen.
‘Normen en waarden rolt als één woord uit de mond, waarden normen geeft mij het gevoel dat er een stuk of zeventien half afgemaakte zijn samengeperst. Bij waarden en normen moet je stotend en hortend klimmen, normen en waarden is heerlijk bergaf,’ schrijft Mu, maar als je het even probeert, merk je dat dit onzin is. Net als met ‘zeker en vast’: het voelt even onwennig, maar niet tegennatuurlijk.
Als voorbeeld van de monsters die wij creëren als we de ‘heilige’ woordvolgorde negeren, noemt Mu ‘draad en naald’ en ‘zout en peper’. Die eerste klinkt onnatuurlijk (zeker en vast), maar die tweede? Zelf zeg ik geloof ik ook ‘zout en peper’ (Of ‘peper en zout’? Als je er over gaat nadenken weet je ’t niet meer). Sterker, volgens Google zeggen de meeste Nederlanders het zo. 15.100 hits voor ‘zout en peper’, 12.800 voor ‘peper en zout.’
Zo zie je, de een z’n muziek is de ander z’n herrie.
‘Hier regeert de ijzeren logica van vallen en opstaan, wassen en strijken, zaaien en oogsten, leven en dood,’ schreef Mu, maar dat is het nu juist, die logica regeert soms wel en soms niet. In de voorbeelden die Mu noemt wel, je wast voor je strijkt en je valt voor je opstaat, maar is er een ‘logische’ volgorde voor zout en peper? Je zegt ‘loven en bieden’, maar zonder bieding valt er niets te loven, dus volgens de logica zou het andersom moeten zijn.
En hetzelfde geldt voor ‘normen en waarden’, want je kunt pas een norm stellen als je een waarde hebt. Wij houden van een beetje rust op straat (waarde) en dus drukken we niet voor het minste of geringste op de claxon (norm). Persoonlijke vrijheid is een groot goed (waarde), ontvoering is strafbaar (norm).
Wassen en watergolven, waarden en normen.
Als het je niet het gevoel geeft dat je een stuk of zeventien half afgemaakte woorden samenperst, zoals Mu, kun je dus beter ‘waarden en normen’ zeggen.
En wat betreft gecondoleerd: daar kom ik volgende keer op terug.
Reacties blijven welkom.
Protocoltrui
Geplaatst op januari 20, 2003 | Gearchiveerd Geen categorie | Comments Off on Protocoltrui
Het was een aangrijpende uitvaart. Adequaat, eloquent.
Intens, beheerst verdriet.
Ze was net veertig, een blakende dynamische vrouw – ineens dood. Op een doordeweekse avond, onder het sporten. Boem. We namen bloemen mee, en een gedicht van Hans Andreus. (Lang kort leven.)
De ceremoniemeester, broer van de weduwnaar, sprak over die avond, de vergeefse reanimatie, de cardioloog die het nieuws bracht. ‘Gecondoleerd,’ zei hij. En hoe zijn broer daarop was uitgevallen, naar die arts, omdat hij dat woord gebruikte. Dat hij op dat moment, dat onvoorstelbare, aardschokkende moment, zo’n holle frase uitsprak. De broer verzocht ons dat woord vandaag, straks, na afloop, niet te gebruiken. Wie het verzoek gehoord had, de opkomst was zo groot dat er mensen buiten moesten staan, hield zich eraan.
Terecht.
En toch vroeg ik me af waarom, dat verzoek. Vanwaar dat verzet?
De broer gaf het al aan: deze gebeurtenis kon geen recht gedaan worden met een standaardformule, daar was hij te uitzonderlijk, te enorm, te uniek voor.
Ik kon me goed voorstellen wat hij bedoelde. Van het ene moment op het andere verlies je je vrouw, in de bloei van haar leven, en de dokter zegt ‘gecondoleerd’.
Ik ken meer mensen met een afkeer van dat woord, zelf voel ik me er ook ongemakkelijk bij. Het roept een beeld op van een geremd, plichtmatig ritueel. Als kind hoorde je het de volwassenen gebruiken en je vroeg je af hoe ze zich op zo’n moment in godsnaam zo konden gedragen. Zo mak, zo vlak. Allemaal dezelfde zwarte kleren en hetzelfde zwarte woord. Terwijl er zoiets vreselijks was gebeurd!
Het is het kind in ons dat ‘gecondoleerd’ verafschuwt, en het is het kind in de moderne mens dat zich afwendt van codes en conventies. Dat geen nummer wil zijn, maar een uniek, authentiek individu.
Je ziet het elders ook: een gewoon huwelijksaanzoek – ring, doosje, man op één knie – is een zwaktebod. Het moet met een helikopter, op ski’s, of in de achtbaan. Doodgravers en rouwcentra breiden hun assortiment uit, steeds meer mogelijkheden om je eigen persoonlijke rouwpakket samen te stellen. Het standaardritueel zit ons niet lekker meer, we willen maatwerk.
Een enkeling kan de opdracht aan, verstaat de kunst zich op zo’n moment adequaat en persoonlijk uit te drukken (of weet de weg naar een passend gedicht), maar al die anderen, die die aanleg ontberen? Wat moeten die? Natuurlijk, ze kunnen ‘hartstikke rot voor je’ zeggen, of, ‘het is verschrikkelijk’, maar als je dat dertig keer op een dag hoort, is dat beter? Dan krijg je onder het mom van authenticiteit alsnog een cliché. Conventies hebben het voordeel dat iedereen weet dat het een conventie is. Het is een huls, waar in grote letters ‘HULS’ op staat, en daaronder: voor mijn echte gevoelens, zie inhoud.
De afgelopen week zag je het ook. Geen duidelijke nationale rouw, maar wel gepast reageren a.u.b. Geen verbod op televisiereclame, maar u begrijpt, onder de omstandigheden… En gisteren bij de uitvaart weer. Weg die stropdas, zei Claus ooit, maar wat was vanaf dat moment de beleefde dracht? Prins Bernhard droeg een coltrui, maar verder was er niet één man zonder stropdas in de kerk. Had het gekund? Had het gemóeten? Had het gemógen?
Onduidelijk.
Ik zou willen weten hoe u dit ziet. ‘Gecondoleerd’, moet dat blijven?
Pomp & Omstandigheid
Geplaatst op januari 17, 2003 | Gearchiveerd Geen categorie | Comments Off on Pomp & Omstandigheid
-Zeg…
-Hmmm?
-Dat vink nou zo gek hè.
-Hier. In de krant. In Scheveningen is veel overlast van jongeren met boenki-boenki-auto’s. Staan de godganse avond met die wagens bij elkaar een beetje openluchtdisco te spelen, de omwonenden worden en een beetje gek van.
-A-ha.
-Dus hebben ze een verordening aangenomen die het spelen van muziek in een stilstaand voertuig strafbaar stelt.
-O-ké.
-En nu staan er borden langs die boulevard waar dat zich afspeelde, met dat verbod erop. Pictogrammetje van een autoradio en een scooter en een auto, met van die lawaai-streepjes erbij, en dan de tekst: ‘Niet in of nabij de geparkeerde auto, scooter en andere voertuigen verblijven met de muziek aan’.
– Juist.
– So far so good. Maar!
– Hoho, easy on the Engels.
– Hoezo?
– Te veel Engels. Moet minder, lees ik hier.
– O?
– Hier, de Ombudsman van de Volkskrant. Het wordt te dol, vindt hij, met al dat buitenlands in de krant. Mensen begrijpen het niet meer. Dan lezen ze dat Joseph Luns zo van pomp and circumstance hield en vragen zich af wat dat in hemelsnaam betekent. Bovendien worden er te vaak fouten bij gemaakt.
– Zelf schrijft hij pump and circumstances, dus in dat laatste heeft hij gelijk.
– Het kán natuurlijk dat Luns van pomp en omstandigheden hield.
– Ook de Engelse kranten besteden aandacht aan het overlijden van oud minister Luns. De Sunday Times wijst op zijn voorliefde voor pomp omstandigheden.
– Alsof mensen in hun moerstaal geen fouten maken. Op de tweedehands-sites op internet kom je de derde persoon enkelvoud van het werkwoord verkeren vaker met een d tegen dan met een t. En andersom wordt het voltooid deelwoord voortdurend met een t geschreven. ‘Onlangs gereviseert, recent APK-gekeurt, verkeerd in prima staat’, lees je dan. Dús…
– Dus? Ga jij dat nou ook al doen?
– Wat?
– Dus zeggen, en dan verder niets?
– Dee ik dat?
– Ja, jij beweert iets, je bent klaar, en dan zeg je: ‘dus…’. Punt.
– Nooit op gelet eigenlijk. Anyway, dat bord.
– Bord?
– In Scheveningen!
– O ja. Nou kijk, dat ‘aan’, dat staat tussen aanhalingstekens. NIET MET DE MUZIEK ”AAN”, staat er. Ik bedoel: Why? Sorry, waarom? Sorry, pardon. Ik bedoel: pardon, pardon.
– Bedoel jij dat eigenlijk het woord muziek tussen aanhalingstekens moeten staan?
– Nee, ja, nee, hoewel ja – misschien ook. Maar goed, dat zou cultocentristisch zijn. Van onze muziek zeiden ze ook dat het lawaai was, dus dat bedoel ik niet, ik denk: ‘met muziek aan’, dat is toch heel gewoon Nederlands? Dan hoeft dat aan toch niet tussen aanhalingstekens?
– Nu je het zegt. ‘Bij het strijken van haar gordijnen heeft de koningin altijd de muziek aan, maar prins Claus kruiswoordpuzzelt het liefst met de muziek uit.’ Gebeurt niets. Zou zo in een officiële RVD-documentaire kunnen.
– Dat bedoel ik. Strikt genomen staat natuurlijk niet de muzíek aan maar het apparaat dat de muziek voortbrengt, maar dat weten we toch? Je doet ook niet het licht aan. Het licht aandoen kan God alleen, de mens doet een lámp aan. Daar doet toch niemand moeilijk over?
– Nee maar de mensen die dat bord gemaakt hebben, de Scheveningse autoriteiten, die willen het per sé goed doen, alleen ze weten niet hoe. Hetzelfde met die ombudsman: hij wil voorkomen dat anderen fouten maken, maar maakt ze al doende zelf.
– Maar dat zie je overal. Wij erkennen geen autoriteit meer, maar oefenen haar nog wel graag uit. Dat kan niet. Daarom functioneert onze politie ook niet. Wie een grote mond geeft, krijgt er ook een.
– Juist. Het wezen der tijdgeest, verscholen in twee aanhalingstekens!
– Gaan we pompesk doen?
Eén koekje
Geplaatst op januari 17, 2003 | Gearchiveerd Geen categorie | Comments Off on Eén koekje
Het nauw verholen gekreun dat na eerste lezing van het ‘strategisch beleidsdocument’ van informateur Donner op het Binnenhof weerklonk bevestigde de indruk die Hedenlands intuïtief al van de CDA-jurist had. Dat dit een man is die zijn dichterlijke energie het liefst reserveert voor het op geduldig-sardonische toon terechtwijzen van zijn secretaresse en zijn kinderen.
Als oud-blaadjesmaker wist LPF-leider Herben direct wat er moest gebeuren. ‘Te lange zinnen in tweeën knippen, het nieuws bovenaan zetten. U kent dat wel,’ sprak hij collegiaal. Een ander mooi moment, journalistiek gesproken, deed zich voor in NRC Handelsblad van 26 juni. Eerst werd daar in extenso de openingsalinea van Donners concept geciteerd, een molshoop van vale gemeenplaatsen (‘de Nederlandse samenleving is in verandering. […] Het biedt ongekende mogelijkheden, nieuwe kansen en grote vrijheden’) waarna het bericht eindigde met de zin: ‘VVD-leider Zalm zei dat volstaan kan worden met een lijst met concrete afspraken.’
Iedereen die wel eens een A4tje van dichtbij gezien heeft had Balkenende kunnen voorspellen dat hij het daar nooit allemaal op zou krijgen – Mat Herben is niet de enige beginner aan de formatietafel, al wordt vaak wel gedaan alsof – maar om de zaak nu á la de Troonrede te gaan opschuimen, dat was weer het andere uiterste. Hoewel, inmiddels spreken we over een document van 45 pagina’s.
Donners voorstel voor een motto getuigde ook niet van groot taalvernuft. ‘Hersteld vertrouwen’ werd direct door iedereen afgekeurd, en niet alleen in Den Haag.
‘Bloedeloos’, oordeelde reclamemaker Romke Oortwijn in NRC-Handelsblad. ‘Nee, Pim zou het niet zo gewild hebben.’ Oortwijns suggestie: `Nederland is vol. Vol inspiratie, vol ideeën en vol daadkracht’. Zijn collega Serge Steijn, bedenker van `Kies voor een nieuw evenwicht’ voor Groen Links, suggereerde `Bouwen aan vertrouwen.’ ‘Omdat daar ook iets inzit van `handen uit de mouwen, aanpakken’. Harold Zwarts ( ‘BNN is niet te houden’) adviseerde het kabinet terug te grijpen op een ‘oer-Hollandse, rood-wit-blauwe wijsheid. Bijvoorbeeld iets uit de jongensboekenserie De Kameleon. Tegenwind maar toch doorfietsen, zoiets.’
Met ‘bouwen aan vertrouwen’ zat de copywriter van Groen Links dus het dichtst bij wat er de onderhandelaars ervan maakten: ‘Werken aan vertrouwen, een kwestie van aanpakken.’
Een oud Binnenhofs bijgeloof wil dat er een verband bestaat tussen het gesternte van een kabinet en de kwaliteit van zijn motto. Het is voor deze coalitie te hopen dat dit niet waar is.
Een goed mission statement, dat weet een moderne manager, bestaat uit twee elementen: wat je wilt bereiken en hoe je dat gaat doen. ‘Meer klanten door betere service’, dat principe.
Het motto Balkenende I zegt: Meer klanten door het aantal klanten te verhogen. Dit is niet goed. Er is niets tegen herhaling, denk aan Paars I met ‘Werk, werk, en nog eens werk’, maar hier werkt het niet. De gemiddelde Nederlander w’e’et dat werken aanpakken is en aanpakken werken. Zo slecht is ons onderwijs nu ook weer niet. Sowieso dat ‘aanpakken’. Een kabinet dat ‘aanpakt’, ik zie het niet voor me. Liepen die anderen te lanterfanten? Gezien het strenge financiële beleid dat Balkenende I zich heeft voorgenomen was ‘afpakken’ misschien beter geweest. Dan heb je meteen ook die tweeslag van naar-A-door-B.
‘Werken aan vertrouwen, een kwestie van afpakken.’
Inmiddels is besloten dat het kabinet zelf zijn motto zal kiezen. In het beste geval omvat de lijfspreuk van Balk I de twee belangrijkste elementen van wat zij van plan zijn: bezuinigen en strengere regels, vooral voor bezoekers. In die zin voert deze coalitie ons inderdaad terug naar de jaren vijftig, toen je je schoenen nog moest uitdoen bij de voordeur en de koektrommel na één rondje dicht ging.
Dat lijkt Hedenlands eigenlijk wel een goed motto voor dit kabinet:
‘Schoenen uit en één koekje.’
Krols
Geplaatst op januari 17, 2003 | Gearchiveerd Geen categorie | Comments Off on Krols
‘Dag. Erwin Krol.’
‘Hallo. Joop van Veen.’
‘Ah. U bent hier voor eh…’
‘Die zaak met die muts. ‘
‘Oh ja, daar moet u zometeen iets over zeggen.’
‘Ja. Ik ben van de Stichting Muts, vandaar. En u, u gaat zo het weerbericht doen, neem ik aan?’
‘De kans is vrij groot dat dat later op de avond ook inderdaad gaat gebeuren.’
‘Lijkt me erg leuk werk, wat u doet.’
‘Er zitten een paar ontwikkelingen aan te komen die de komende tijd roet in het eten zouden kunnen gooien, maar voorlopig hebben we nog te maken met de toestand zoals-ie nu is… en die is inderdaad hélemaal niet slecht.’
‘Moet u hiervoor nu elke dag naar Hilversum komen?’
‘Inderdaad, als ik dienst heb, dan kom ik hier, ín de auto, over de snelweg, zo, achterlangs, en dan zo hier, door de ingang, naartoe gereden. Parkeren hóeft geen probleem te zijn, maar ja, het-kan-na-tuur-lijk-ook-een-beet-je-te-gen-zitten!’
‘Tja, dat hou je.’
‘Nou ja, dan ben ik dus ter plekke, en dan loopt alles verder wel zo’n beetje zoals we dat langzamerhand ongeveer gewend zijn. Misschien wat overleg hier of daar, kan een gezellig praatje bij zitten, eventuéél een laatste correctie, maar dat stelt meestal niet zo vreselijk veel voor.’
‘Woont u ver weg?’
‘Dat valt op zich mee, ‘t is een kilometer of dertig, eenendertig, kan hier en daar tweeëndertig zijn, dus op zichzelf is dat te overzien. Al kán zich natuurlijk altijd plaatselijk enige filevorming voordoen, maar die lost zich meestal na verloop van tijd naar het westen op.’
‘Terug is het lekker in een keer doorrijden, natuurlijk.’
‘Inderdaad. Hoe gaat dat, dat spitsverkeer dat ebt geleidelijk aan weg, en dan blijft het de rest van de avond en de nacht meestal toch tamelijk rustig. Niet voor lang echter, want in de loop van de vroege ochtend begint het dan weer, en dan is het om een uur of acht negen helaas weer uit met de pret.’
‘Hoe laat bent u vanavond nou bijvoorbeeld thuis?’
‘Mijn agenda zegt elf uur, zie ik, maar ik ben toch nét iets optimistischer en schat het op ongeveer half elf.’
‘Zeg, en die overgangetjes die Philip Freriks altijd naar u maakt hè, wordt dat nou voorbereid of gaat dat helemaal spontaan?’
‘Het is misschien wel aardig om dat even uit te leggen. Kijk, zo’n overgang, die ontstaat eigenlijk uit een combinatie van de actualiteit en de weersverwachting, en als dat gebeurt, dan krijg je dus wat wij meteorologen een bruggetje noemen. Dus laten we zeggen er is weer een bomaanslag in het Midden Oosten geweest en Philip Freriks vraag aan mij of er bij ons misschien ook een hogedrukgebied zit aan te komen.’
‘Ja zoiets.’
‘Stelt op zichzelf niet zo vréselijk veel voor, maar ‘t kan de zaak toch nét even verlevendigen.’
‘Goh. Leuk hoor. Heeft u kinderen?’
‘Twee. Zouden er Ãets meer kunnen zijn, maar ik hou het even op twee, al sluit ik niet uit dat het later nog oploopt tot drie, of zelfs vier.’
‘Goh leuk.’
‘Ja. Fantastische kinderen, zo nu en dan wat narigheid, maar dat mag geen naam hebben. Al is het natuurlijk vervelend als je er middenin zit.’
Vrantwoordekeit
Geplaatst op januari 17, 2003 | Gearchiveerd Geen categorie | Comments Off on Vrantwoordekeit
‘Schien leuk zelf even voor te stellen…?’
‘Inderdaad, dat lijkt me een goed idee.’
‘Naam is Jan-Peter Balkenende, pootiek leider van ‘t CDA, kistendemokaat in hartennieren, en in m’n schaarse vrijtijd fantiek boefenaar van damsport.’
‘Goh, dat laatste wisten wij nog niet van u. Meneer Balkenende, zou u in vijftien seconden kunnen zeggen waar het CDA, úw CDA, precies voor staat?’
‘Zouk tuuk langer tijd voor willen neme, mals u zegt vattin één zin samen, zouk willen zeggen: respect en vrantwoordekeit. Respect vrelkaar, en voorkaars normenenwaarden. Vrantwoordekeit némen, mrook vrantwoordekeit géven. Voorkaar, mrook vojzelf.’
‘Nou ja, en nog twaalf seconden over!’
‘Mak misschien iets aan toevoege: tis tuuk zo dat de kistendeemkatie tijdlang moeik gat heeft, waarnenbeetje uit de gratie, tans zo leek het, maaiziet, dat wneer je met een duÃk verhaal komt, mensen breid zijn drin meetgaan. Tglijk legt dat tuuk een gote vrantwoordekeit ponze schouders, die we koomde jaren tuuk moeten gawámaken. Zijnwons vanbwust, gaanwookdoen.’
‘Nog even een paar hete hangijzers uit de verkiezingsstrijd. Gezondheidszorg.’
‘La weerlijk zijn: met de Neelands zondheidszorg is tuuk niebest gesteld. En tis langzamhand ook wel duik dat de wachlijsten niet sluitend een fnanciéél pobleem zijn.’
‘Maar…’
‘Wijben gezegd: je moeteen doen, zonder tander te laten. Tandere woorden: meer handen aan ‘t bed, stuuk volstek helder, maar dan wel door taantal handen te vrágen, en dus niet door taantal bedden te vlágen. Das puinruimen met de kraan open, zijnwij geenvoorstandervan. Wij zeggen: neemekaar seerjeus, voer een hóulijke discussie, en bestel daarna desnoods een pizza, een loempia, een kipmuknuggets ofsnoods een portie spareribs. Da’s een psoonke keuze, wik iedereen vrij in laten.’
‘Maar…’
‘Al moej tuuk wel zorgen dat genoeg Spa is, ans krijgen mensen dorst, raken ze giriteerd, en snie bevorlijk voor de inhouleke sprekingen.’
‘En de asielzoekers?’
‘Stuuk een bladen kwestie, grijp ik heel goed. Waart bij de zielpomatiek volgens CDA om gaat, is om een dúilek ondescheid te maken tussen glúkzoekers en echte zielzoekers. Échte zielzoekers hebben tons betreft niets te vrezen.’
‘Misdaad en veiligheid, wat wilt u daaraan gaan doen?’
‘Crimaliteit ‘s een goot pobeem, door Paas volstek vewaaloosd, maar m’n zus en ik hebben thuis tijd veel Cluedo gespeeld, dus kep goedehoop dawdaaruitkomen.’
‘Dammen, Cluedo, u bent een liefhebber van bordspellen’
´Zizzeker. Fnuishuisuit altijd veel aan bordsport gedaan, ent valt mop dat veel polici drn liefhebber van zijn. Zook logisch, zijn tuuk ovreenkomsten. Jaap Doop Scheffer is erg goed in Risk, voobeeld te noemen, en dat zie je ook duik trug in ons kiezingsprogram. Name tuuk de buitlanse pargraaf.’
‘Interessant. Tot slot, het generaal pardon?’
‘Stuuk fnalles overzegd laastedagen. Wijben ons in doppositie altijd verzet tegen de sorrydeemkatie. Nou, zeg ik dan, dan ook geen pardonkabinet. En trouwens, die generaal snu eenmaal onslagen, dus tonsbetreft hoeft-ie dan ook geen pardon meer te zeggen. Tuuk wel reelijk blijven.’
‘Jan-Peter Balkenende, dankuwel voor dit gesprek.’
‘Ga gedaan.’
Pimlands
Geplaatst op januari 17, 2003 | Gearchiveerd Geen categorie | Comments Off on Pimlands
HIJ:
At your service! (Bij zijn verkiezing tot lijsttrekker LN)
Ik heb er zin an. (Idem.)
De puinhopen van acht jaar paars. (Titel van zijn laatste boek.)
Ver-gis je niet. (Vanuit zijn zwarte Jaguar, over zijn lotsbestemming als minister president.)
Randstad meneer, Randstad! (Het soort ondersteunend personeel dat hij wilde bij de formatie, in plaats van Haagse ambtenaren)
De islam is achterlijk, ik zeg het maar, het is gewoon een achterlijke cultuur. (In het fameuze Volkskrant-interview)
Verpleegsters. (In plaats van ‘het zorgpersoneel in onze medische instellingen’ of iets dergelijks).
Als ik het juridisch rond kon krijgen, zou ik zeggen: er komt geen islamiet meer in. (Het Volkskrant-interview)
Een gelukkig 2002 wens ik ook mevrouw Borst, onze dolende minister van wachtlijsten, die in haar eentje een groter gevaar vormt voor de Nederlandse Volksgezondheid dan Osama Bin Laden. (Op de website van het televisieprogramma Business Class.)
Dweilen met de kraan open. (Over het huidige asielbeleid).
Puinruimen. (Hoogste prioriteit van een LPF-kabinet).
Als een imam weet te vertellen dat mijn levenswandel volstrekt verwerpelijk is en beneden die van varkens ligt: oké, dan zegt hij dat maar. (Het Volkskrant-interview)
Geen zinnige gedachte komt eruit, onbeschaamd toont zij haar ongemeubileerde bovenkamer. (In Elsevier over Annemarie Jorritsma.)
Mevrouw, ga toch koken. (tegen NOS-reporter Wouke van Scherrenburg)
A hell of a job. (Over het opzetten van zijn eigen partij)
A bloody shame. (Over diverse misstanden.)
Mijn moeder zei altijd: het komt als het komt. (Over het noodlot.)
ZIJ:
U bent een buitengewoon minderwaardig mens (Marcel van Dam, twee jaar geleden in Het Lagerhuis).
Jij vuile kale professor, jij hebt de intelligentie van Adolf Hitler en de charme van Heinrich Himmler. Jij leeft van haat en daarom hoop ik dat je in die dark room van je zo gauw mogelijk aids krijgt. (Trouw-journalist Matty Verkammen, december 2001.)
Een samenleving waarin Pim het voor het zeggen heeft is geen fortuinlijke samenleving. (Paul Rosenmoller bij de start van de Groen Links-campagne).
Een politicus die haat zaait. (Wim Kok aan het begin van de PvdA-campagne, later teruggenomen).
Een gevaarlijke man. (Gerrit Zalm aan het begin van de campagne).
Mensen die op Fortuyn denken te stemmen, laten zich in de luren leggen door deze rattenvanger van Hamelen.(Frits Bolkestein, korte tijd later).
Het is bij hem de Alles-of-Niets-Show. (Gerrit Zalm).
Hij gaat een grens over die je niet mag passeren. Nederland, word wakker! (Melkert begin februari 2002, na het Volkskrant-interview)
Met hem als premier slaat Nederland een pleefiguur (Frits Bolkestein, begin mei 2002.).
De draad is geknapt. Onze democratie heeft zijn onschuld verloren (Ad Melkert na de moord).
De kogel kwam van links. (LPF-voorzitter Peter Langendam.)
Met woorden, niet met kogels! (Wim Kok).
WIJ:
O God, o god, hij ademt nog. (Omstander na de aanslag).
We zijn in Nederland het spelelement kwijtgeraakt. (Freek de Jonge bij BvD die maandagavond)
We moeten iets doen! (Omstanders na de aanslag).
Shit happens ( ‘Angela’ op pimfortuyn.nl).
Beetje open deur misschien, maar bent u geschokt? (RTL-presentator tegen getuige).
Pim, jij gaf de mensen hoop. (boeket voor zijn huis in Rotterdam)
Melkert moordenaar! (boze sympathisant op het Binnenhof).
FC Zwolle. (Wollen das, gewikkeld om een bos bloemen, bij de poort van het Mediapark in Hilversum).
Hij legde de zere vinger op de pols van de samenleving. (Fortuyn-aanhanger Clifford in Villa BvD)
Hebben jullie nou je zin? (sympathisant op het Binnenhof).
He was a bastard gay man, and hopefully he is in Hell now. (‘Faisal’ op pimfortuyn.nl).
Pim, onze zoon is geboren op jouw sterfdag Hij moest eens weten op wat voor wereld hij terecht is gekomen! (‘Jack en Patricia’ op pimfortuyn.nl).